Dat arts en patiënt samen besluiten nemen over de behandeling en de zorg delen wordt steeds belangrijker. Dat stelt de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg in zijn advies ‘De participerende patiënt’. Op die participerende rol wordt al langer gehamerd, maar volgens de RVZ gebeurt het nog onvoldoende zodat de patiënt niet zeker is dat hij de zorg en behandeling krijgt die aansluiten bij zijn persoonlijke situatie en voorkeuren.
Het in 2006 geïntroduceerde nieuwe zorgstelsel, zou volgens de RVZ de omslag van aanbod- naar vraaggestuurde zorg stimuleren. Hoewel er veel ontwikkelingen ten goede zijn, participeren patiënten nog steeds onvoldoende in de zorg, terwijl zij dit wel graag willen. Voorwaarde voor dit nieuwe partnerschap is dat patiënten beter in staat moeten zijn te participeren in de besluitvorming en de uitvoer van de behandeling. De Raad adviseert daartoe de betrouwbaarheid van algemene gezondheidsinformatie en de toegankelijkheid van specifieke – d.w.z. op de patiënt toegesneden – gezondheidsinformatie te verbeteren. Ook moet wettelijk vastgelegd worden dat de patiënt het recht heeft om een Individueel Zorgplan te eisen. Met dit plan en betrouwbare gezondheidsinformatie kan de patiënt goed geïnformeerde keuzes maken in zijn behandeling.
Chronische aandoening
De KNMG juicht het RVZ-rapport op grote delen toe. Maar wat betreft het opeisbaar maken van een individueel zorgplan, beveelt de artsenfederatie aan om deze aanbeveling te richten op patiënten met chronische aandoeningen. Voor andere patiënten biedt het medisch dossier al goede mogelijkheden om tot op de persoon toegesneden afspraken te komen, aldus de KNMG. Voorzitter Rutger Jan van der Gaag: “Juist chronische patiënten en hun artsen hebben veel baat bij een individueel zorgplan. Zij hebben vaak meer inzicht in hun ziekte en behandeling dan hun arts(en) en hebben vaak te maken met meer zorgverleners en daarmee ook met eventuele afstemmingsproblemen tussen deze zorgverleners. Een zorgplan kan dan een houvast zijn voor patiënt en arts.”
Bron: MedNet