Taaislijmziekte of cystic fibrosis (CF) is een genetische ziekte die zeer veel variaties en gradaties kent en daardoor lastig te karakteriseren is. Met organoïden, een soort mini-orgaantjes afgeleid van de patiënt, is nu echter in het laboratorium goed te bepalen wat de ernst van de ziekte zal zijn – zelfs beter dan met de standaard klinische zweettest.
Onderzoekers van het UMC Utrecht publiceren dat vorige week in de European Respiratory Journal, na een jarenlange samenwerking met andere Nederlandse CF-centra en de Nederlandse CF Stichting (NCFS).
Taaislijmziekte heeft meerdere gezichten
De aandoening taaislijmziekte of CF is een erfelijke genetische ziekte. Het kan ontstaan als twee ouders allebei een mutatie of foutje in het genetisch materiaal van hun cellen hebben. In hun kinderen kunnen die foutjes bij elkaar komen en samen CF veroorzaken. Door die foutjes werken bepaalde zoutpompjes in de lichaamscellen minder goed, waardoor het slijm in het lichaam uitdroogt en taai wordt (vandaar de naam taaislijmziekte). Dit zorgt vooral voor ontstekingen in de longen, waardoor de longfunctie geleidelijk steeds slechter wordt. Maar daarnaast uit de ziekte zich ook in een verminderde werking van de alvleesklier, suikerziekte of beschadiging van de lever.
Lees hier het volledige artikel.