Door een eenvoudige vingerpriktest schrijven huisartsen minder antibiotica voor aan mensen met hoestklachten. Daardoor worden kosten bespaard en worden bacteriën minder snel resistent tegen antibiotica. Dat blijkt uit medisch onderzoek waaraan zes landen hebben meegedaan.
Met de priktest kan de huisarts aan de hand van een druppel bloed uit een vingerprik binnen een paar minuten vaststellen of de patiënt een ernstige infectie heeft. Aan het Europese onderzoek werkte ook de Sittardse huisarts Jochen Cals mee, die is gepromoveerd op de werking van de test.
Nascholing
Cals ontwikkelde een online cursus die huisartsen instrueert over de werking van de priktest, het beleid en communicatie bij hoestklachten. Inmiddels hebben zo’n 2000 huisartsen, een kwart van het totaal, de nascholing gedaan. Dat is boven Cals’ verwachting. “Het is een praktisch handvat voor de huisarts, daar zijn artsen blij mee. Deze priktest was voorheen een ziekenhuistest. Nu kan het gewoon in de praktijk.”
De priktest wordt gebruikt om ernstige infecties uit te sluiten. “Het is vervolgens aan de arts om uit te leggen dat antibiotica dan lang niet altijd werkzaam zijn.” Als alle Nederlandse huisartsen gebruik zouden maken van de priktest en de online cursus, leidt dat volgens Cals jaarlijks tot 240.000 minder antibioticavoorschriften.
Publicatie
Cals’ promotie vormde de inspiratie voor een uitgebreider onderzoek, dat nu heeft geleid tot een publicatie in het tijdschrift The Lancet. Huisartsen die de online cursus deden en beschikten over een vingerprikapparaatje, bleken de helft minder antibioticarecepten voor te schrijven dan hun collega’s.
Van de priktest zijn in Nederland vijf varianten op de markt. De prijs varieert van 800 tot 3500 euro, afhankelijk van de snelheid waarmee de arts de uitslag kan aflezen.
De test kan ook gebruikt worden om een ernstige ontsteking van de darmwand (diverticulitis) uit te sluiten. Het onderzoek is alleen gedaan bij volwassenen met hoestklachten. Cals onderzoekt nog of de priktest ook werkt bij kinderen.
Klik hier om direct naar het begeleidend filmpje te gaan.
Bron: NOS