De gecombineerde uitvinding van riool, wc en waterleiding maakte het menselijk leven hygiënischer, gezonder en langer. Harry Lintsen, emeritus hoogleraar techniekgeschiedenis, blikt terug. Aan het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw zit een kleine Harry Lintsen in de klas van zijn Maastrichtse lagere school. Persoonlijke hygiëne is nadrukkelijk onderdeel van het lespakket: Lintsen en zijn klasgenootjes leren hoe ze zich moeten verzorgen, moeten wassen, afdrogen en aankleden.
In een badhuis in de buurt worden Lintsen en zijn schoolvriendjes onder de douche gezet. Het is in die tijd lang niet zo gebruikelijk als nu dat mensen thuis een badkamer hebben. Pas in 1965 wordt het wettelijk verplicht dat elke nieuwbouwwoning een aparte badkamer krijgt.
Zo’n zestig jaar later kijkt Lintsen, emeritus hoogleraar techniekgeschiedenis, er genoeglijk op terug. De opvoeding die hij op school kreeg, was een laat uitvloeisel van het ‘beschavingsoffensief’, zo legt hij uit. Dat begon rond 1850 en was een actie om de maatschappij beschaving bij te brengen, niet in de laatste plaats op het gebied van hygiëne. Je zou verwachten dat Nederlandse gezinnen zo snel mogelijk op een fijn spoeltoilet zouden willen gaan zitten, maar niet bleek minder waar, aldus Lintsen. Het duurde ruim een eeuw om iedereen te overtuigen. En dat heeft alles te maken met ‘het bruine goud’.
Lees hier het volledige artikel.