Minister Hugo de Jonge (VWS) is van plan om ‘resultaatgericht’ indiceren voor gemeentelijke Wmo-zorg en -ondersteuning wettelijk mogelijk te maken. Dit stuit op grote bezwaren van patiënten-, gehandicapten- en ouderenorganisaties. Eerder zette de hoogste bestuursrechter al een streep door deze werkwijze.
Het plan van de minister slaat de bodem weg onder de rechtszekerheid van mensen die van gemeentelijke ondersteuning afhankelijk zijn en gaat te veel uit van ‘wensdenken’, laten Ieder(in), Per Saldo, Patiëntenfederatie Nederland, ANBO en LOC weten aan de Tweede Kamer, die op 26 juni de Wmo bespreekt.
Bij resultaatgericht indiceren krijgt een zorgaanvrager niet langer een heldere indicatie (in uren), maar wordt in algemene, vaak vage omschrijvingen door de gemeente bepaald hoeveel zorg en ondersteuning iemand krijgt.
Sommige gemeenten passen deze werkwijze al toe en dat leidt tot onrust, onzekerheid en klachten van zorgaanvragers. Mensen weten niet waar ze aan toe zijn en ze krijgen in de praktijk te maken met ontoereikende uren zorg en ondersteuning. Voor duizenden mensen blijkt een bezwaarprocedure of gang naar de rechter dan nog de enige mogelijkheid voor mensen om de noodzakelijke zorg rond te krijgen.
Lees hier het volledige artikel.