Steeds minder Nederlanders overlijden als gevolg van hart- en vaatziekten. Kwamen in 1996 nog ruim 51.000 mensen om het leven na bijvoorbeeld een hartinfarct, beroerte of vernauwde bloedvaten, vorig jaar waren dit er zo’n 39.000. Daarmee daalde het percentage overledenen als gevolg van hart- en vaatziekten in ruim 20 jaar tijd van zo’n 37 procent tot 26 procent.
In Zuidoost-Brabant daalde dat tot 26,6 procent, in absolute cijfers bleef het aantal overledenen aan hartziekten gelijk (1783 mensen).
Dat blijkt uit een analyse van LocalFocus op basis van recent bijgewerkte CBS-cijfers.
Ondanks deze daling zijn er op regionaal niveau nog forse verschillen zichtbaar als het gaat om het aantal overlijdensgevallen na hart- en vaatziekten. Zo is het aandeel overledenen het hoogst in het noorden van het land: de regio’s Delfzijl (29,7 procent) en Zuidwest en Zuidoost-Friesland (respectievelijk 29,5 en 28,8 procent) voeren de lijst aan. Anders is dat in de regio rondom Alphen aan den Rijn en Gouda (Oost-Zuid-Holland), waar vorig jaar zo’n 23 procent overleed als gevolg van onder meer hartfalen.
Toekomst
De Hartstichting concludeerde in 2014 dat de langjarige ‘forse daling – onder andere komt – door de daling van het aantal rokers in de jaren tachtig, het verwijderen van transvetten uit voedingsmiddelen in de jaren negentig en meer aandacht voor een gezondere levensstijl’. Rokers, overmatige drinkers en mensen met obesitas hebben namelijk een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.
Lees hier het volledige artikel.