Foutjes die willekeurig optreden tijdens het kopiëren van DNA bij stamceldeling verklaren voor 65 procent waarom in sommige organen vaak kanker ontstaat en in andere juist weinig.
Dat ontdekten onderzoekers van de John Hopkins Universiteit in het Amerikaanse Baltimore. Ze beschrijven hun bevindingen in wetenschapsblad Science.
De gemiddelde Amerikaan heeft bijvoorbeeld een kans van bijna 5 procent om kanker in de dikke darm te ontwikkelen. Daar delen stamcellen continu, om het weefsel intact te houden. De kans op kanker in het bovenste deel van de dunne darm, waar stamcellen 150 keer minder delen, is daarentegen slechts zo’n 0,2 procent.
De wetenschappers analyseerden de relatie tussen het aantal stamceldelingen dat gedurende een mensenleven optreedt in verschillende weefsels en de kans dat in die weefsels een tumor ontstaat.
Genetische aanleg
De 35 procent die niet door foutjes wordt verklaard, wordt door de wetenschappers toegeschreven aan genetische aanleg en omgevingsfactoren als voeding, roken en straling. Dit nieuwe inzicht is in strijd met de traditionele kijk op kanker, die oorzaken indeelt in genen en omgevingsfactoren.
Lees hier het volledige artikel.