In de medische wereld loopt een scheidslijn tussen geestelijke en andere specialistische gezondheidszorg. Veel patiënten worden hier onnodig de dupe van, vindt hoogleraar psychiatrie Wiepke Cahn. Maar liefst zeventig procent van de psychiatrische patiënten heeft ook lichamelijke aandoeningen.
In haar oratie, nu bijna twee jaar geleden, noemde ze het ‘de blinde vlek’ in de medische wereld: we behandelen te veel vanuit gescheiden specialismen, terwijl zeventig procent van de psychiatrische patiënten ook lichamelijke aandoeningen heeft en dertig procent van de lichamelijk zieke patiënten een psychiatrische aandoening heeft. Wiepke: “Patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen als schizofrenie, bipolaire stoornis of depressie hebben een grote kans op lichamelijke problemen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes, COPD of darm- en nierziekten. Ze leven hierdoor vijftien tot twintig jaar korter dan gemiddeld.”
Genetische basis
De relatie tussen lichamelijke en psychiatrische ziekten heeft deels een genetische basis. Wiepke: “Onderzoekers brengen bijvoorbeeld dezelfde genen in verband met psychoses als met hart- en vaatziekten of diabetes. En bij bipolaire stoornissen zie je vaak schildklieraandoeningen en nierproblemen. Soms zie je dat dezelfde erfelijke aanleg zich bij de één manifesteert in een lichamelijke ziekte en bij de ander in een psychiatrische aandoening.
Lees hier het volledige artikel.