Het betrekken van patiënten en naasten bij een calamiteitenonderzoek in de GGZ is niet zo vanzelfsprekend. Wanneer patiënten en naasten er wel bij worden betrokken, zien zij dit vooral als nazorg. Zij vinden dat er onvoldoende aandacht is voor hun perspectief op de calamiteit.
Dit concluderen onderzoekers van het Nivel en ESHPM in een onderzoek in opdracht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (IGJ).
‘Wanneer patiënten en naasten bij de reguliere zorg worden betrokken, is er al vertrouwen opgebouwd’, licht Nivel-hoofdonderzoeker Roland Friele toe. ‘Als zich dan een calamiteit voordoet, is het vanzelfsprekender om hen ook te betrekken bij de calamiteitenprocedure.’
Ten aanzien van de behandeling van de patiënt voeren de meeste instellingen een familiebeleid waarbij naasten een centrale rol krijgen toebedeeld. Ook voor het verbeteren van de betrokkenheid van naasten vanaf het begin van de behandeling, bestaan er verschillende richtlijnen en initiatieven. Bij het uitvoeren van calamiteitenonderzoek is het verbeteren van de betrokkenheid van patiënten en naasten echter nauwelijks opgenomen in het beleid. Uit verhalen van patiënten en familie blijkt dat er hier in de praktijk ook weinig aandacht voor is, terwijl zij dit wel belangrijk vinden.
Lees hier het volledige artikel.