UTRECHT – Minister Schippers worstelt met het in de hand houden van de zorgkosten. Een van haar maatregelen is het concentreren van complexe ziekenhuiszorg. Deze week bleek uit een peiling dat patiënten hun bedenkingen hebben. „Het moet niet gaan om marktwerking, maar om kwaliteit.”
„Toch weer die kaasschaaf.” Dat constateerden zo’n beetje alle brancheverenigingen en koepels uit de zorgsector geërgerd na het lezen van de zorgparagraaf in het onderhandelingsakkoord van VVD, PVV en CDA.
Ze hekelden de manier waarop het kabinet de collectieve zorgkosten wilde beteugelen. Niet met een visie op kwaliteit en doelmatigheid, maar met een reeks ad-hocingrepen. Deze varieerden van het verhogen van het eigen risico van 165 naar 210 euro tot een bezuiniging van 2,2 miljard euro op de zorgtoeslag voor lage inkomensgroepen en het inperken van het basisverzekeringspakket voor een bedrag van nog eens 1,2 miljard.
De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) deelde de kritiek, zegt teammanager Petra Schout, werkzaam bij de patiëntorganisatie. „Het uitgangspunt van het akkoord was niet het herorganiseren van de zorg om zo de groei van de collectieve uitgaven structureel te temperen. Het kwam eerder neer op het vrij lukraak weghalen van geld uit de zorg.”
Door voor die aanpak te kiezen, sloeg het kabinet het advies van talloze zorgeconomen in de wind. Hoe verklaart u dat?
„Het is eigen aan de Haagse manier van denken om in te zetten op ingrepen waarvan je de opbrengst in harde euro’s kunt uitdrukken. Hevel bezoeken aan de psycholoog of de fysiotherapeut boven een bepaald aantal over van de collectieve zorg naar de aanvullende zorgverzekering. Opbrengst: zoveel miljoen. Dat is waar rekenmeesters voor kiezen, omdat het op papier staat als een huis.”
De NPCF vindt het beter om besparingen te bereiken door het tegengaan van ondoelmatige zorg. Is dat een realistische gedachte?
„Ja, ik denk dat elke patiënt wel praktijkvoorbeelden weet te noemen waarbij zorgaanbieders aantoonbaar onnodige kosten maken. Daar wordt met deze ad-hocingrepen weinig tegen gedaan. Het komt voor dat specialisten in een ziekenhuis nieuwe röntgenfoto’s laten maken, omdat ze de cd-rom waarop eerdere foto’s van een ander ziekenhuis staan, niet kunnen lezen. Of dat patiënten niet meteen de juiste zorg krijgen, waardoor er complicaties optreden en het resultaat slechter is.
Medio juni hebben wij met onder anderen de Nederlandse Zorgautoriteit en Zorgverzekeraars Nederland onze handtekening gezet onder het convenant ”Gepast gebruik van zorg”. Ons voorstel is om onder meer kritisch te kijken hoe ziekenhuizen de richtlijnen hanteren. Waarom knippen ze in de ene regio veel vaker keelamandelen of plaatsen ze vaker stents bij hartpatiënten dan ziekenhuizen in andere delen van het land?
Het enige nadeel is dat je niet even met je rekenmachine wat getallen kunt optellen en zeggen: Met ingang van nu gaat het ons zoveel opleveren. Daardoor krijgt het thema te weinig prioriteit.”
In het onderhandelingsakkoord kondigde het kabinet in omfloerste termen uitbreiding aan van „de vrije prijsvorming” voor ziekenhuizen. Inmiddels is duidelijk dat minister Schippers de concurrentie in de ziekenhuiszorg maximaal wil bevorderen. Ziekenhuizen mogen nu nog maar van een derde van hun behandelingen zelf de prijs vaststellen. Schippers wil dat ze dat aantal in overleg met zorgverzekeraars met ingang van volgend jaar zo snel mogelijk uitbreiden naar 70 procent.
Cruciaal vindt Schippers de rol van zorgverzekeraars. Verzekerden kunnen nu nog voor vrijwel iedere ingreep terecht in het dichtstbijzijnde ziekenhuis, doordat hun verzekeraars bereid zijn alle ingrepen die daar plaatsvinden, te vergoeden. Daar moet verandering in komen, vindt Schippers. Zij wil dat verzekeraars per behandeling contracten sluiten en alleen zakendoen als ziekenhuizen voor die ingreep aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Het gevolg is in haar ogen tweeërlei. Eén: ziekenhuizen worden gedwongen zich te specialiseren, waardoor de kwaliteit omhooggaat. En twee: als zorgverzekeraars slim inkopen, kan de premie omlaag, want in ziekenhuizen die zich aan de kwaliteitscriteria houden, gaat minder mis.
Met ziekenhuizen en zorgverzekeraars sloot de minister begin deze maand een akkoord om de plannen nader uit te werken. „Voor sommige complexe ingrepen komen veel patiënten straks in een ziekenhuis buiten hun regio terecht”, verwacht Schout.
Steunt de NPCF het ziekenhuisakkoord?
„Ook hier zit je met de vraag: Is het nu alleen een kostenbesparing, of een middel om de zorg te verbeteren? Patiënten zien best in dat het meerwaarde heeft om complexe behandelingen bij alvleesklier-, slokdarm- of blaaskanker in bepaalde ziekenhuizen te concentreren. Het is dan wel zaak dat nazorg of revalidatie dicht bij huis goed geregeld is. Daarvoor is nu te weinig aandacht, omdat patiëntenorganisaties niet bij het akkoord zijn betrokken.
Ook de eerstelijnsgezondheidszorg is nog niet van de partij. Dat Schippers rond de ziekenhuiszorg meer van zorgverzekeraars is terecht, maar hun taak is breder. Het vormgeven van een goede samenwerking, bijvoorbeeld tussen huisartsen, wijkverpleegkundigen en kleine streekziekenhuizen, ligt evengoed op hun weg.”
In de Tweede Kamer botst Schippers geregeld met de fractiewoordvoerders Van der Veen (PvdA) en Leijten (SP). Van der Veen betwijfelt of een slimmere inkoop van zorg kan leiden tot premieverschillen als de vier grootste zorgverzekeraars 90 procent van de markt in handen hebben, zoals in Nederland het geval is. Leijten vreest dat verzekeraars, aangemoedigd door de minister, bij het contracteren van ziekenhuizen vooral zullen inzetten op een zo laag mogelijke prijs. In dat scenario zouden patiënten ook voor basisingrepen buiten hun eigen regio terecht kunnen komen.
Beiden hebben een punt, vindt Schout. „Uit een enquête die wij donderdag presenteerden, blijkt dat 61 procent van de ondervraagden ermee kan leven als de keuzevrijheid voor bepaalde ingrepen beperkt wordt tot het aantal zorgaanbieders dat de zorgverzekeraar heeft geselecteerd op kwaliteit. Zo’n 84 procent wil daarbij wel weten op welke aspecten verzekeraars letten bij het afsluiten van contracten. Slechts 8 procent van de ondervraagden heeft een zorgverzekeraar die daarover informatie geeft.
Het lijkt me dé uitdaging voor verzekeraars om dit samen met patiëntenorganisaties verder uit te werken. Marktwerking is geen doel op zich, het moet gaan om kwaliteit.”
Bron: Reformatorisch dagblad 22-07-2011 21:59 | gewijzigd 22-07-2011 22:01 | Jakko Gunst