Ervaringsdeskundigen zijn de rijzende sterren in de GGZ. Is die status terecht? Ja, staat in een nieuw proefschrift. Maarten van Nieuwkerk (52) at gisteren stamppot met mensen die net als hij een psychotische stoornis hebben. Hij vertelde over ‘schizofrenie als levensweg’ en gaf tussen het kauwen van de worst door adviezen vanuit eigen ervaring. “Een behandelaar leert uit een boekje wat schizofrenie is, ik heb er een gevoel bij.”
Ervaringsdeskundigen zoals Van Nieuwkerk zijn de rijzende sterren van de geestelijke gezondheidszorg. Deze deskundigen lopen er al vijftien jaar rond, eerst vooral als vrijwilliger, maar de laatste jaren krijgen ze een officiëlere rol. Zo begon Van Nieuwkerk als enige vrijwilliger bij GGZ Delfsland, nu is hij één van de acht ervaringsdeskundigen in dienst.
Gisteren verscheen het langverwachte proefschrift van Trimbos-medewerker Wilma Boevink, al jaren voorvechtster van ervaringsdeskundigheid. Ze moest al exemplaren laten bijdrukken, er is een livestream van haar promotie en ervaringsdeskundigen plaatsen foto’s van zichzelf met het proefschrift op sociale media, als een soort trofee.
GGZ naar een hoger plan
Boevink is de eerste sociale wetenschapper in Nederland die onderzocht hoe het eigenlijk werkt als mensen met ernstige psychiatrische problemen elkaar helpen. Dat deed ze ook aan de hand van haar eigen ervaring als ex-patiënt, wat atypisch is voor een proefschrift. De teneur van haar onderzoek is: ervaringsdeskundigen hebben het in zich om de GGZ naar een hoger plan tillen.
Die bevinding is niet verwonderlijk gezien haar standpunt in het debat, maar ze onderbouwt het met data die ze samen met de Maastrichtse hoogleraar psychiatrie Jim van Os verzamelde. Meer dan honderd patiënten kregen als aanvulling op een reguliere behandeling intensief trainingen van ervaringsdeskundigen.
Lees hier het volledige artikel.