Het ministerie van VWS heeft de NZa gevraagd om per regio inzichtelijk te maken waar welke capaciteit is voor planbare zorg die dringend (binnen enkele weken) moet plaatsvinden.
Dat is een onderdeel van bredere afspraken die VWS heeft gemaakt in overleg met zorgaanbieders, zorgverzekeraars, het Landelijk Centrum Patiënt Spreiding (LCPS), de Inspectie voor Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om ervoor te zorgen dat de spoedzorg (Covid en niet-Covid) en de meest dringende zorg toegankelijk blijft.
Regionaal zal in samenwerking afspraken gemaakt moeten worden hoe de beschikbaarheid van deze zorg geborgd wordt. Daarvoor zal een deel van de andere planbare zorg moeten worden afgeschaald. VWS heeft de NZa gevraagd om te volgen dat deze afspraken er komen en waar dit niet gebeurt dit te stimuleren en aan te kaarten.
De druk op de zorg blijft toenemen door het hoge aantal Covid-besmettingen. Dit leidt in het hele land tot het afschalen van de planbare zorg. Alle partijen zijn het er over eens dat iedereen in Nederland moet kunnen rekenen op zorg die nodig is om onherstelbare gezondheidsschade en/of het verlies van levensjaren te voorkomen. Dit betekent dat spoedzorg voor zowel Covid-patiënten als alle andere patiënten en planbare zorg die dringend (binnen enkele weken) moet plaatsvinden moet doorgaan.
Lees hier het volledige artikel.