De gemeenten hebben vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) de taak hen te ondersteunen en zo overbelasting tegen te gaan. Maar voor veel mantelzorgers is het gemeentelijke Wmo-loket nog onbekend. En aan mantelzorgers die het loket wel weten te vinden, worden vaak niet de juiste vragen gesteld.
Dit blijkt uit de tweejaarlijkse Dementiemonitor Mantelzorg van Alzheimer Nederland in samenwerking met onderzoeksinstituut NIVEL onder 3322 mantelzorgers.
Onbekendheid met het plaatselijke Wmo-loket (of zorgloket) is een probleem, omdat mantelzorgers daardoor ondersteuning mislopen. Een derde van de mantelzorgers kent het Wmo-loket niet. Nog eens een derde kent het wel, maar is er nooit geweest.
Contact met Wmo-loket
Van de ondervraagde mantelzorgers heeft slechts 30 procent in de afgelopen twaalf maanden contact gehad met het Wmo-loket. Vaak gaat het dan om praktische zaken als het regelen van hulp bij het huishouden of van vergoeding voor vervoerskosten. Slechts drie op de tien van de mantelzorgers die contact hebben gehad met het Wmo-loket denkt de zorg voor de naaste beter te kunnen volhouden dankzij de ondersteuning die de gemeente biedt.
Druk zal toenemen
Veel mantelzorgers hebben het gevoel er alleen voor te staan, ze zorgen dag en nacht voor hun naaste met dementie en de situatie laat hen nooit los. “En deze druk en belasting zal alleen nog maar toenemen. Het beleid is er immers op gericht dat mensen zo lang mogelijk thuis wonen, met steun van hun sociale netwerk”, zegt directeur Gea Broekema-Procházka van Alzheimer Nederland. “Volgens de Dementiemonitor Mantelzorg voelt nu al meer dan de helft zich zwaar belast. Dat zijn dus 150.000 van de ruim 300.000 mantelzorgers; een enorm aantal.”
Lees hier het volledige artikel.