Een flink deel van de donornieren die van overleden donoren komen, gaan na transplantatie niet direct functioneren. Promovenda Leonie Wijermars van het Leids Universitair Medisch Centrum ontdekte hoe dat komt. De mitochondriën, de energiefabriekjes van de cellen, komen niet meteen op gang.
Ze promoveerde op 21 maart 2018.
Voor nierpatiënten is het een tegenvaller als de nieuwe nier niet direct gaat werken. Regelmatig duurt dat meerdere dagen tot weken en in die periode moet de patiënt nog blijven dialyseren. Ook geeft het onzekerheid: zou de donornier het wel gaan doen? Uiteindelijk gebeurt dat bijna altijd, maar de nieren blijven wel minder lang goed functioneren dan wanneer er geen opstartproblemen spelen.
Schade door zuurstofrijk bloed
“We wisten al deels wat er aan de hand is: er ontstaat schade in de donornier als er voor het eerst weer zuurstofrijk bloed doorheen stroomt”, vertelt Wijermars. Bij nieren afkomstig van donoren bij wie het hart niet meer klopt treedt vertraagde functie op in 42% van de gevallen. Bij donoren van wie de bloedsomloop kunstmatig in stand wordt gehouden is dat 17%. Bij donatie door een levende donor speelt het probleem nauwelijks.
Wat voor soort schade er precies ontstaat door de toevoer van zuurstofrijk bloed was echter niet bekend. Wijermars: “Er zijn veel aannames: het zou bijvoorbeeld iets te maken hebben met vrije zuurstofradicalen, met bloedplaatjes of met een ontstekings- of afweerreactie.” Helaas bleken resultaten van proefdierexperimenten moeilijk te vertalen naar de mens.
Lees hier het volledige artikel.