Mensen die vanwege de ziekte van Dupuytren hun vingers niet meer kunnen strekken, hoeven niet per se naar het ziekenhuis voor een behandeling. Een ingreep door een getrainde huisarts lijkt net zo goed te zijn als die van een plastisch chirurg. Dit blijkt uit onderzoek onder leiding van het Radboudumc dat begin deze maand verscheen in het tijdschrift Huisarts en Wetenschap.
Bij de ziekte van Dupuytren krijgen patiënten last van kromstaande vingers die zij niet meer recht kunnen strekken. De ziekte is erfelijk en komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Van de Nederlandse bevolking ouder dan 50 jaar heeft ruim vier procent last van deze ziekte. De symptomen worden veroorzaakt door de aangroei van bindweefsel in de handpalm. Deze klachten zijn hinderlijk, maar niet pijnlijk en zijn operatief te verhelpen. Bij milde klachten is het ook mogelijk om een zogenaamde percutane naaldfasciotomie (PNF) te doen. Met een naald wordt dan het harde weefsel in de handpalm doorgeprikt, waarna de kromme vinger(s) worden gestrekt. Zowel de operatie als de naaldbehandeling worden standaard uitgevoerd door een plastisch chirurg in het ziekenhuis.
Lees hier het volledige artikel.