Een berisping van de tuchtrechter, inclusief openbaarmaking in regionale dag- of weekbladen en in het BIG-register, raakt de betrokken zorgverlener op zowel persoonlijk, professioneel en zakelijk vlak.
Dit blijkt uit een onderzoek van het NIVEL onder 294 zorgverleners met een gegrond verklaarde tuchtklacht.
Het tuchtrecht moet bijdragen aan de kwaliteit van de beroepsuitoefening. En hoewel straffen niet het primaire doel is van het tuchtrecht, overheerst voor betrokken hulpverleners wel het gevoel van straf.
Onderzoeker Roland Friele: “Het woord ‘tucht’, uit het begrip tuchtrecht, roept associaties op met het begrip straffen. Zorgverleners geven aan dat ze zich ‘aangevallen’, ‘machteloos’, ‘boos’ en ‘gecriminaliseerd’ voelen.” Sinds de wetswijziging BIG in 2012 wordt informatie over berispingen en geldboetes bij zorgverleners openbaar gemaakt. Openbaarmaking leidt tevens tot extra belasting voor hun partner of gezin.
Stoppen met werken
Ruim de helft van de zorgverleners met een berisping of geldboete overwoog te stoppen met werken, tegen ruim een derde van de zorgverleners met een waarschuwing (waarschuwingen worden niet openbaar gemaakt). Uiteindelijk geeft 12% van de zorgverleners met een berisping of geldboete aan gestopt te zijn met werken, als gevolg van de tuchtrechtprocedure inclusief openbaarmaking. Dit zijn vooral zorgverleners ouder dan 60 jaar. Van de zorgverleners onder de 60 jaar met een berisping of geldboete zegt 4% gestopt te zijn met werken als gevolg van de tuchtrechtprocedure. Daarbij moet bedacht worden dat de tuchtrechter de klacht weliswaar gegrond heeft verklaard, maar niet heeft besloten tot het schrappen van de betreffende zorgverlener uit het BIG-register.
Lees hier het volledige artikel.