Bij veel patiënten wordt nierschade pas in een laat stadium ontdekt. Martin de Borst, hoogleraar nefrologie in het UMCG, wil een nieuwe methode ontwikkelen om schade aan de nieren eerder vast te stellen. Dit kan bij patiënten veel gezondheidsschade voorkomen. Hij krijgt hier een Europese subsidie van twee miljoen euro voor.
Chronische nierschade treft zo’n 10 procent van de bevolking en wordt vaak pas in een relatief laat stadium ontdekt. ‘Mensen hebben geen klachten bij beginnende nierschade’, aldus De Borst. ‘Daarnaast hebben de nieren reservecapaciteit, waardoor de nierfunctie nog
Normaal is terwijl er al wel schade is. Vaak wordt de nierschade daardoor in een vergevorderd stadium vastgesteld, regelmatig zelfs als er al sprake is van nierfalen.’
Nieuwe marker naast creatinine
De hoeveelheid spierafvalstof creatinine in het bloed wordt nu gebruikt om te bepalen of er sprake is van nierschade. Een hoger creatinine-gehate in het bloed betekent dat de nieren slechter werken. De Borst: ‘De hoeveelheid creatinine is echter ook afhankelijk van de spiermassa en verschilt daardoor per persoon. Een bodybuilder heeft meer creatinine in het bloed dan iemand die heel slank is. Ik zoek daarom een marker die uitsluitend samenhangt met de nierschade die iemand heeft.’
Lees hier het volledige artikel.