Wetenschappers proberen al decennialang een stamboom van alle levende wezens op aarde te maken. Die boom bevat dus mensen, maar ook bijvoorbeeld hagedissen, schimmels en bacteriën. Uit de stamboom kunnen wetenschappers informatie halen die helpt bij het ontwikkelen van medicijnen en het aanpassen van gewassen.
De eerste stamboom van het leven van evolutiebioloog Charles Darwin, getekend in 1837.
Een familiestamboom is niet ingewikkeld om te maken: opa en oma bovenin, daaronder de kinderen met hun partners, en weer daaronder de kleinkinderen. Je kunt ’m ook uitbreiden met overgrootouders en betovergrootouders. Met wat graafwerk door archieven kun je zelfs teruggaan tot voorouders in de zeventiende eeuw.
Zou je de familiestamboom nog veel verder terugtrekken, dan kom je uiteindelijk uit bij de eerste mens, vervolgens bij onze aapachtige voorouder en uiteindelijk zelfs bij een eencellige. Al in de negentiende eeuw schetste bioloog Charles Darwin een stamboom van het leven, bestaande uit enkele lijntjes. Tegenwoordig proberen wetenschappers de stamboom uit te breiden met alle levende wezens op aarde. Maar dat is een hele puzzel. Hoe maak je zo’n stamboom van al het leven op aarde?
Lees hier het volledige artikel.