Zorgverzekeraars worden waarschijnlijk verantwoordelijk voor de persoonlijke verzorging en begeleiding van ouderen en chronisch zieken. Dat meldt de NOS op basis van bronnen op het ministerie van VWS.
Volgens de NOS zou staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) overwegen om niet alleen de verpleging, maar ook de verzorging van hulpbehoevenden per 2015 onder te brengen bij de zorgverzekeraars. Nu al zijn gemeenten via de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) verantwoordelijk voor huishoudelijke hulp, hulpmiddelen en vervoer. Volgens het regeerakkoord komen daar in 2015 persoonlijke verzorging en begeleiding bij. Maar voor dat laatste zou Van Rijn nu een rol weggelegd zien voor de zorgverzekeraars, waardoor de vaak bekritiseerde ‘knip’ tussen verpleging en verzorging van de baan zou zijn. Met het onderbrengen van de verzorging bij de zorgverzekeraars zou het rijk 100 miljoen besparen.
Volgens de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zitten er veel nadelen aan het plan. Zo zou de kostenbesparing voor het rijk neerkomen op een kostenverhoging voor de burgers, omdat de premie van de zorgverzekeraars omhoog kan gaan. Onder meer door te werken met wijkteams bekijken gemeenten de problemen van mensen in hun samenhang, stelt de VNG. Zorgverzekeraars doen dat niet, waardoor cliënten eerder met méér dan met minder knippen (en dus loketten) geconfronteerd zullen worden.
Eerder maakte Van Rijn al duidelijk dat verzorging die samenhangt met verpleging onder de Zorgverzekeringswet zou blijven vallen. ‘Waar sprake is van verpleging, zijn die twee niet met een schaartje te knippen’, zei hij eind mei in een gesprek met Medisch Contact. ‘Bovendien zou de cliënt dan allemaal verschillende zorgverleners aan huis krijgen. In zo’n situatie koppelen we dus verpleging en verzorging aan elkaar, zodat er sprake is van integrale zorg. Dat moet wel goed worden afgebakend, anders dreigt zorg van gemeenten naar zorgverzekeraars te worden afgeschoven, of omgekeerd.’
Waarschijnlijk komt er pas na Prinsjesdag, 17 september, meer duidelijkheid over de plannen.
Bron: Medisch contact/artsennet