De Gezondheidsraad adviseert ook het vaccin tegen COVID-19 dat is ontwikkeld door Moderna vooral in te zetten bij ouderen, te beginnen bij de oudste leeftijdsgroepen. Dat vermindert de ziektelast en de druk op de zorg.
Mensen van 60 jaar en ouder hebben het grootste risico op ernstige ziekte en sterfte door COVID-19. Het vaccin van Moderna werkt zeer goed bij deze groep. Daarom adviseert de Gezondheidsraad het primair en zo snel mogelijk in te zetten voor ouderen vanaf 60 jaar, te beginnen bij de oudsten, ongeacht of zij tot een medische risicogroep horen of niet.
Vaccinatie van ouderen verlaagt de ziektelast in deze groep. Dat vermindert de druk op de zorg, omdat de toestroom van patiënten naar de ziekenhuizen en de thuiszorg afneemt en uitbraken in zorginstellingen worden voorkomen. Het is daarom van de belang de nu beschikbare vaccins in te zetten bij ouderen, zowel thuiswonend als in instellingen voor langdurige zorg.
Van het vaccin van Moderna en het vaccin van BioNTech/Pfizer zou minimaal 90% gereserveerd moeten worden voor vaccinatie van ouderen, vindt de Gezondheidsraad. De raad adviseert rekening te houden met scenario’s waarin vaccins later of in kleinere hoeveelheden beschikbaar komen dan gedacht en het vaccinatieprogramma zo in te richten dat het mogelijk is de gekozen vaccinatiestrategie te blijven volgen.
Bron: De Gezondheidsraad.