Onderzoek naar psychologische hulp bij vermissing dierbare

De Rijksuniversiteit Groningen start deze week een driejarig onderzoek naar een behandeling voor psychologische klachten van mensen van wie een dierbare wordt vermist. Gedurende het onderzoek wordt hulp aangeboden in de vorm van cognitieve gedragstherapie en elementen van mindfulness. Er wordt onderzocht of deelname aan de behandeling leidt tot afname van posttraumatische stress en toename van welbevinden. Het onderzoek wordt gefinancierd door het Fonds Slachtofferhulp.

Op dit moment zijn er in Nederland 1500 tot 2000 mensen langer dan een jaar vermist. Onderzoek uit Groot-Brittannië en Australië wijst uit dat geweld en ongeval één van de voornaamste oorzaken zijn van vermissing. Naar schatting krijgt 50% van de achterblijvers van vermisten te maken met complexe rouw en posttraumatische stressklachten. Tot op heden is er wereldwijd relatief weinig onderzoek gedaan naar het beloop van de klachten en effectieve behandelmethoden voor achterblijvers van vermisten.

Landelijk netwerk

Hoogleraar Jos de Keijser: ‘We hebben het over mensen die elke morgen wakker worden met de vraag of er nieuws zal zijn, en die zichzelf intussen de meest dramatische scenario’s voorspiegelen. Dat is niet goed voor je gezondheid. Met mindfulness en cognitieve therapie proberen we te helpen dit soort gedachten te verminderen.’

Lees hier het volledige artikel.