Het UMC Groningen Transplantatie Centrum start met een nieuw onderzoek, Transplantlines, waarin 3.000 patiënten met een donororgaan gedurende 30 jaar worden gevolgd. Van de patiënten zullen gegevens worden verzameld en lichaamsmaterialen opgeslagen in een biobank. Hierdoor verwachten de onderzoekers meer te weten te komen over de gezondheidsproblemen bij transplantatiepatiënten. Doel is om een meer op de individuele patiënt afgestemde behandeling te ontwikkelen, waardoor patiënten gezond ouder kunnen worden met een donororgaan.
Hoewel de kortetermijnresultaten na orgaantransplantatie inmiddels heel goed zijn, laten de langetermijnresultaten nog flink te wensen over. Patiënten die een donororgaan hebben ontvangen, krijgen na transplantatie vaak allerlei gezondheidsproblemen, zoals obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten, jicht, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, versleten heupen, botontkalking, nierfunctiestoornissen, huidkanker, ondervoeding en diarree. De problemen zijn divers, maar komen bij alle transplantatiepatiënten voor, ongeacht of zij een nier, lever, hart, longen, alvleesklier of dunne darm als donororgaan hebben ontvangen. Het UMCG transplanteert al deze organen en heeft daarmee een unieke positie in Nederland.
Transplantatiepatiënt gevoeliger
Een van de lichaamsmaterialen die in Transplantlines van patiënten wordt verzameld, is ontlasting. De darmflora is heel belangrijk voor een goede gezondheid. Patiënten met een donororgaan slikken veel medicijnen om afstoting van het orgaan te voorkomen en veel antibiotica om infecties te behandelen. De verwachting is dat door dit medicijngebruik de darmflora van deze patiënten verstoord is en dat zij mede daardoor veel gevoeliger zijn voor gezondheidsproblemen dan mensen die geen donororgaan hebben ontvangen. Hierdoor hebben leefstijlfactoren, zoals ongezonde voeding en weinig beweging, waarschijnlijk een veel grotere invloed op de gezondheid van deze patiënten.
Lees hier het volledige artikel.