Bij veel Nederlandse ouderen die in hun laatste levensfase hebben aangegeven niet verder te willen worden behandeld, volgt uiteindelijk toch behandeling. Dat blijkt uit een onderzoek onder nabestaanden. Het onderzoek bevestigt het idee dat er in de gezondheidszorg een neiging is tot doorbehandelen. Uit de studie komt naar voren dat het zinvol is uitgebreid te praten met naasten en artsen over het wel of niet behandelen in de laatste levensfase. Het artikel is 11 oktober 2013 gepubliceerd in the Journal of the American Geriatrics Society.
In de laatste levensfase moeten ouderen vaak beslissen of zij wel of niet willen starten met een verdere behandeling, zoals een antibioticakuur bij een longontsteking of reanimatie bij een hartstilstand. Onderzoekers van VUmc onderzochten in hoeverre voorkeuren van ouderen in de praktijk worden gevolgd. Daartoe stuurden zij vragenlijsten naar nabestaanden van ouderen die onlangs waren overleden en die in deze situatie waren terecht gekomen.
Uit het onderzoek blijkt dat ouderen van wie geen voorkeur bekend was, vaker wel dan niet behandeld werden. Bij ouderen die eerder hadden aangegeven wel behandeld te willen worden, werd meestal ook een behandeling gestart. Maar ongeveer de helft van de ouderen die eerder hadden aangegeven niet verder behandeld te willen worden, kregen uiteindelijk toch een behandeling. In dit onderzoek is niet gekeken naar de achterliggende redenen.
Het onderzoek bevestigt het idee dat er in de gezondheidszorg een neiging is tot doorbehandelen. Met name voor ouderen die niet meer behandeld willen worden, is het zinvol om deze wensen vooraf duidelijk kenbaar te maken. Ouderen die hadden aangegeven om van een behandeling af te zien, hadden een grotere kans niet behandeld te worden dan zij die geen voorkeur hadden aangegeven, bleek uit de studie. Onderzoeker Roeline Pasman: ‘Voorkeuren kenbaar maken helpt, maar het lijkt niet afdoende. Er is mogelijk ook een cultuuromslag in de gezondheidszorg nodig. Wellicht dat initiatieven als het KNMG-project Passende Zorg in de Laatste Levensfase hierbij kunnen helpen. Daarin staat niet de behandeling van de ziekte centraal, maar wat de zieke nog wil met de rest van zijn leven.’
Bron: VUmc