Onder coördinatie van het UMC Utrecht start het consortium STOPSTORM deze maand een Europees onderzoek naar bestraling bij hartritmestoornissen. Voor deze bestraling komen patiënten in aanmerking die lijden aan ‘ventrikeltachycardie’ ofwel het fibrilleren van de hartkamers.
Deze patiënten, waarbij de kamers van het hart te snel slaan, worden nu veelal behandeld met medicatie of door implantatie van een ICD. Dit is een defibrillator die met stroomstootjes corrigerend optreedt wanneer de hartslag ontregeld is. Zo’n ICD is iets groter dan een pacemaker en kan ingrijpen bij levensbedreigende hartritmestoornissen.
Bestraling bij 30-50 procent
Bij aanhoudende ritmestoornissen die onvoldoende reageren op therapie, ondergaan patiënten een invasieve katheterablatie. Het doel van de studie door het STOPSTORM consortium is om de optie van een bestralingsbehandeling te onderzoeken bij patiënten bij wie de klachten aanhouden na katheterablatie. Hiervoor komt 30 tot 50 procent van deze patiëntengroep in aanmerking. Dit gaat in Nederland in totaal om ongeveer 5.000 patiënten per jaar, waarvan dan uiteindelijk mogelijk 2.000 in aanmerking komen voor een bestralingsbehandeling.
Lees hier het volledige artikel.