De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, verlegt de focus van zijn onderzoek naar de pgb-trekkingsrechten naar de toekomst. Inmiddels staat niet meer ter discussie of de invoering van het trekkingsrecht met problemen gepaard is gegaan. ‘Iedereen is zich hier nu wel van bewust’, aldus Van Zutphen. Hij schrijft in een brief aan staatssecretaris Van Rijn (VWS): ‘De relevante vraag, voor mij als Nationale ombudsman, is op dit moment dan ook hoe er bij een volgende vergelijkbare operatie voor gezorgd kan worden dat er voldoende oog is voor de belangen van de betrokken burgers.’ Al eerder heeft de Nationale ombudsman gezien dat er bij dergelijke grote operaties de belangen van burgers uit het oog zijn verloren.
De Nationale ombudsman wil aanbevelingen voor de overheid formuleren wat burgers in redelijkheid mogen verwachten van de overheid bij de voorbereiding en invoering van een dergelijke grote stelselwijziging. Het gaat hierbij ook om oplossingsgericht reageren als burgers problemen ervaren. Van Zutphen: ‘Ik kijk natuurlijk met extra aandacht naar de manier waarop mensen die contact met mijn bureau hebben opgenomen, door de SVB zijn geholpen.’
Voortgang onderzoek
Inmiddels heeft de Nationale ombudsman onderzoek gedaan en gesprekken gevoerd met instanties die bij (de invoering van de) pgb-trekkingsrechten betrokken zijn. Daarnaast is uit het politieke debat en het recentelijk verschenen verantwoordingsonderzoek 2014 van de Algemene Rekenkamer zicht gekomen op het verloop van de invoering van het trekkingsrecht. Binnenkort bespreekt de ombudsman de bevindingen van zijn onderzoek in een ronde tafelgesprek met relevante partijen waaronder het ministerie van VWS en de SVB. De centrale vraag in dit gesprek zal zijn ‘als we de invoering over zouden kunnen doen, wat zouden we dan anders doen?’
Lees hier het volledige artikel.