In 2023 had 16 procent van de bevolking van 20 jaar of ouder obesitas. Dat is drie keer zoveel als begin jaren tachtig, toen 5 procent obesitas had. Ook het voorkomen van ernstigere vormen van obesitas nam toe, van 1 procent in 1981 naar 4 procent in 2023.
Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van 1981 tot en met 2023 van het CBS, in samenwerking met het RIVM.
Sinds 1981 wordt elk jaar naar lengte en gewicht van de Nederlandse bevolking gevraagd in de Gezondheidsenquête. Met de Body Mass Index (BMI) kan berekend worden of iemand overgewicht heeft. Dit is het gewicht in kilogram, gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters. Een volwassene heeft overgewicht bij een BMI van 25 of hoger. Een BMI van 25 tot 30 wordt matig overgewicht genoemd.
Bij een BMI van 30 of hoger heeft iemand ernstig overgewicht, oftewel obesitas. Obesitas wordt onderverdeeld in drie klassen: BMI 30 tot 35 (klasse 1), BMI 35 tot 40 (klasse 2) en BMI 40 of hoger (klasse 3). Deze laatste wordt ook morbide obesitas genoemd.
Vaakst klasse 1 obesitas
Van de drie vormen van obesitas komt klasse 1 het vaakst voor. In 1981 had 4 procent van de 20-plussers klasse 1 obesitas, in 2023 was dit 12 procent. In 2023 had 3 procent van de 20-plussers obesitas klasse 2, en 1 procent had morbide obesitas (klasse 3).
Lees hier het volledige artikel.