De NPCF is onder voorwaarden akkoord met een eventuele doorstart van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). De NPCF wil weten hoe en door wie patiënten straks geïnformeerd worden. ‘Iedereen heeft er recht op goed en volledig voorgelicht te worden over de voor- en nadelen van een EPD’, zegt NPCF-directeur Wilna Wind. ‘Pas dan kun je als patiënt een goede afweging maken: geef je wel of geen toestemming voor elektronische uitwisseling van jouw medische gegevens’.
De NPCF reageert daarmee op het plan dat een samenwerkingsverband tussen vijf koepels van artsen en apothekers heeft opgesteld om het EPD alsnog vlot te trekken. Hierdoor zou de investering van 300 miljoen euro door het Rijk niet voor niets zijn geweest.
De NPCF maakt zich al jaren sterk voor een goede, betrouwbare en veilige informatievoorziening in de zorg. De NPCF vindt een landelijke elektronische uitwisseling van medische gegevens in het belang van de patiënt en patiëntveiligheid.
‘Medische gegevens kunnen op ieder moment en op iedere plek voor patiënten van belang zijn,’ zegt Wilna Wind. ‘Een overzicht van de actuele medicatie moet overal waar een patiënt komt beschikbaar zijn. Dus vinden wij dat medische gegevens met een patiënt mee moeten kunnen reizen door heel Nederland, en daar is een landelijke infrastructuur voor nodig.’
De NPCF heeft ten aanzien van het EPD een aantal voorwaarden waar het ook bij een mogelijk doorstart aan vasthoudt. Zo vindt de NPCF dat patiënten toegang moeten hebben tot hun eigen gegevens. Patiënten moet kunnen zien wie hun gegevens wanneer heeft geraadpleegd. En de NPCF wil dat patiëntenorganisaties worden betrokken bij de ontwikkeling van het EPD.
‘Bij een eventuele doorstart moeten patiënten-(organisaties) medezeggenschap krijgen,’ stelt Wilna Wind. ‘Wij willen een structurele rol hebben bij besluitvorming over het elektronisch patiëntendossier: welke gegevens staan erin, tussen wie worden ze uitgewisseld en waarom?’
De NPCF heeft bij een eventuele doorstart een aantal vragen waar antwoord op moet komen. Hoe worden patiënten geïnformeerd en door wie? Waar moeten patiënten straks terecht met vragen en klachten? En wat als onverhoopt blijkt dat de organisaties die nu aan de deadline werken de deadline niet halen? Dat heeft grote consequenties voor de patiënt.
De organisaties (de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de apothekersorganisatie KNMP en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA)) zeggen in een vertrouwelijk voorstel dat het nieuwe ontwerp de privacy van de patiënt volledig garandeert. Nictiz, de organisatie die belast was met de ontwikkeling van het EPD, heeft na het afblazen door de Eerste Kamer opdracht gekregen te onderzoeken of een doorstart mogelijk is. Uiterlijk vandaag moet Nictiz de minister informeren over de haalbaarheid van een eventuele doorstart en de voorwaarden die zij daaraan stelt.
Bron: NPCF,Submitted by Redactie Medicalfacts / Alida Budding – Hennink