Prijzen voor geneesmiddelen liggen in Noorwegen 9 tot 13 procent lager dan in Nederland. Dat is één van de overwegingen van minister Bruno Bruins (Medische Zorg) om dit land als referentieland voor geneesmiddelenprijzen te willen hanteren. Hij verwacht dat die keuze jaarlijks 300 miljoen euro scheelt aan geneesmiddelenuitgaven.
De maximumprijs die in Nederland voor medicijnen mag worden gevraagd, wordt op dit moment berekend op basis van het gemiddelde van de prijzen die er in België, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië voor worden betaald. Bruins kondigde vorig jaar aan dat hij Duitsland, waar de prijzen een stuk hoger liggen, uit die middelingsgroep wil halen, omdat het Nederlandse prijsniveau van geneesmiddelen nu boven het Europees gemiddelde ligt.
In februari liet hij weten de Wet geneesmiddelen zo te willen aanpassen dat Duitsland in 2020 kan worden vervangen door Noorwegen. Door dat land te nemen, verwacht Bruins voor met name spécialités de grootst mogelijke prijsdaling te bewerkstelligen zonder de beschikbaarheid van medicijnen in gevaar te brengen. Hij denkt dat dit leidt tot prijsdalingen van zo’n 8 procent. Bruins wil niet de laagste prijs, maar wel een prijs bewerkstellingen die het gemiddelde Europese niveau beter benadert, licht hij schriftelijk toe in antwoord op Kamervragen.
Lees hier het volledige artikel.