Nog altijd forse leveringsproblemen preferente geneesmiddelen

Bij gemiddeld 3,2% van alle verstrekkingen moet een apotheker op zoek gaan naar een alternatief, omdat het door de zorgverzekeraar aangewezen preferente geneesmiddel niet leverbaar is. Dit blijkt uit de monitor niet leverbare preferente middelen van de SFK.

Bij gemiddeld 3,2% van alle verstrekkingen moet een apotheker op zoek gaan naar een alternatief, omdat het door de zorgverzekeraar aangewezen preferente geneesmiddel niet leverbaar is. Dit blijkt uit de monitor niet leverbare preferente middelen van de SFK.

Hoewel dit percentage lager ligt dan in 2012, zijn de leveringsproblemen nog altijd zeer fors te noemen. In 2013 zijn er wekelijks tussen de 160 en de 200 door zorgverzekeraars als preferent aangewezen artikelen in meer of mindere mate niet leverbaar. Hierdoor moeten apothekers op maandbasis bij 580.000 aangeboden voorschriften op zoek naar een alternatief. Dit betreft 3,2% van alle verstrekte geneesmiddelen. Hoewel in de aanbestedingsafspraken tussen zorgverzekeraars en leveranciers is opgenomen dat preferente geneesmiddelen gedurende de overeengekomen periode beschikbaar moeten zijn, zijn er toch nog zeer regelmatig problemen met de levering van die middelen. Voor niet beschikbare preferente geneesmiddelen moeten apothekers op zoek naar een alternatieve groothandel of een alternatief geneesmiddel. De administratieve lasten die het preferentiebeleid voor de apotheek met zich meebrengt zijn aanzienlijk, zeker gezien de lage prijzen van generieke geneesmiddelen in Nederland. Een behandeling met een generiek geneesmiddel kost gemiddeld net iets meer dan 2 euro per maand (ongeacht of dit preferente middelen betreft).

Monitor

Sinds april 2013 ontvangt de SFK wekelijks een overzicht van groothandels met per verzekeraar alle preferent aangewezen geneesmiddelen die in die betreffende week niet leverbaar waren. Aan de hand van deze gegevens en de verstrekkinggegevens van openbare apotheken bepaalt de SFK in welke mate apotheken hinder ondervinden van deze leveringsproblemen. Deze leveringsproblemen doen zich niet altijd tegelijkertijd bij alle groothandels voor. De SFK houdt daarom rekening met de marktaandelen van de groothandels waarbij de beschikbaarheidproblemen zich voordoen. Bij de berekeningen betrekt de SFK ook het soort contract dat apothekers met zorgverzekeraars hebben gesloten. Indien een apotheek een contract zonder preferentiebeleid heeft gesloten – zoals een IDEA contract (vaste prijs per pakje) bij Achmea – dan zijn de bijbehorende verstrekkingen uitgesloten van de berekeningen. De monitor is bedoeld om inzicht te geven in de problemen die apothekers ervaren bij de verkrijgbaarheid van preferente geneesmiddelen. Deze monitor geeft daarmee uitsluitend zicht op de impact van het niet beschikbaar zijn van die middelen bij de groothandel en nadrukkelijk niet op die bij de fabrikant.

Preferentiebeleid

De beschikbaarheidgegevens binnen de monitor beperken zich tot geneesmiddelen die in het preferentiebeleid van verzekeraars zijn aangewezen. Sinds 2003 mogen zorgverzekeraars via een preferentiebeleid de aanspraak van verzekerden beperken tot één geneesmiddel per werkzame stof. Tot dan toe hadden verzekerden recht op alle geneesmiddelvarianten in het Geneesmiddelvergoedingssysteem (GVS). De beperking van de aanspraak is niet van toepassing als de behandeling met een preferent middel medisch niet verantwoord is (medische noodzaak). Voor het aanwijzen van preferente geneesmiddelen hanteren verzekeraars twee methoden. Een deel wijst preferente middelen aan op basis van de (laagste) prijs in een openbare prijslijst. Deze systematiek heeft vanaf juni 2008 gezorgd voor scherpe dalingen van de prijzen van geneesmiddelen waarvan generieke varianten beschikbaar zijn. Andere verzekeraars wijzen een preferent geneesmiddel aan met onderhandse aanbesteding en ontvangen achteraf een korting van de producent. Hierdoor kan het preferente middel ook een duurder merkgeneesmiddel zijn.

Beschikbaarheid

Vooral door een lichte afname van het aantal aangewezen preferente geneesmiddelen en een terugloop van het aantal contracten met preferentiebeleid is het percentage preferente geneesmiddelen waarbij zich leveringsproblemen voordoen iets lager dan vorig jaar. In de periode april 2012 – de startmaand van de monitor – tot en met december betrof dit 4,7% van alle verstrekte receptgeneesmiddelen. In september 2013 moesten apothekers bij 645.000 verstrekkingen op zoek naar een alternatief omdat het door de zorgverzekeraar aangewezen preferente middel niet beschikbaar was. Leveringsproblemen van metformine 500 mgtabletten, atorvastatine 40 mg-tabletten en metoprolol 50 mg-tabletten hadden daarbij de meeste impact.

Bron: Zorgportaal