Wanneer iemand met een indicatie voor de Wet langdurige zorg (Wlz) nog niet direct terecht kan bij de aanbieder van zijn of haar voorkeur, dan volgt plaatsing op een wachtlijst. Per 1 januari 2021 wordt binnen de Wlz gewerkt met een nieuwe indeling in hoe iemand op een wachtlijst staat: de wachtstatus.
Deze indeling geeft meer inzicht in de wensen en behoeften van de klant, en ook in de noodzaak tot plaatsing. De nieuwe indeling is ontwikkeld door de zorgkantoren en Zorginstituut Nederland.
Waarom nieuwe wachtstatussen?
Cliënten met een Wlz-indicatie worden tot 2021 geregistreerd in de categorieën actief wachtenden (18%) en niet-actief wachtenden (82%). De groep die niet-actief wachtend is, heeft bijna allemaal (93%) zorg aan huis. Binnen deze laatste groep is de diversiteit in zorgbehoefte groot. De een staat ‘uit voorzorg’ op een wachtlijst, de ander wacht op een partneropname of op een plaats in een specifieke locatie. Maar er zijn ook wachtenden waarbij het thuis eigenlijk niet meer gaat en waarbij bemiddeling naar een opname nodig is.
Uit een steekproef van de zorgkantoren onder ouderen op de wachtlijst bleek dat ruim één op de tien wel zo snel mogelijk naar het verpleeghuis wil of moet. Dit zijn dus eigenlijk actief wachtenden die in aanmerking komen voor bemiddeling.
Lees hier het volledige artikel.