Een nieuwe erfelijke oorzaak verklaart osteoporose en botbreuken op jonge leeftijd vooral bij mannen. De ontdekking werd gedaan door een onderzoeksgroep van de Klinische Genetica van VUmc samen met Erasmus MC en de Uniklinik in Keulen. Deze week publiceren zij deze belangrijke ontdekking in The New England Journal of Medicine. Onderzoeksleider Gerard Pals: “Deze ontdekking kan niet alleen gevolgen hebben voor hoe we over osteoporose denken, maar ook voor diagnostiek bij botbreuken op jonge leeftijd, zonder duidelijke oorzaak, waarbij soms aan kindermishandeling wordt gedacht.”
Het gaat om een afwijking in het Plastine-3 gen (PLS3) en het wetenschappelijk aantonen hiervan nam nogal wat tijd omdat het in eerste instantie niet duidelijk was hoe dit gen een rol zou kunnen spelen bij het ontstaan van osteoporose. Bij zebravissen blijkt het uitschakelen van dit gen echter tot vergelijkbare botafwijkingen te leiden waarmee het bewijs is geleverd dat afwijkingen in het Plastine-3 gen inderdaad de oorzaak zijn van erfelijke osteoporose en botbreuken. Het eiwit plastine-3 speelt waarschijnlijk een belangrijke rol bij het waarnemen van mechanische belasting zoals bij bewegen, wat van belang is voor de botopbouw.
Mutaties in het Plastine-3 gen kunnen een hoog risico op ernstige osteoporose geven. Dat is zeldzaam, maar ook een beperkte extra kans op osteoporose , en dat treft veel meer personen in de algemene bevolking. Dit laatste bleek uit onderzoek in een grote groep oudere mensen in de ERGO (Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek) studie, waarbij een mildere variant werd aangetroffen in het Plastine-3 gen, die o.a. een duidelijk verband bleek te hebben met de kans op botbreuken bij vrouwen.
In Nederland zijn tot nu toe een vijftal families bekend met een ernstige Plastine-3 afwijking. Het gevonden gen ligt op het X-chromosoom. Omdat mannen maar één X-chromosoom hebben zijn de verschijnselen bij hen veel ernstiger. De breuken treden bij mannen op jongere leeftijd op dan bij vrouwen die twee X-chromosomen hebben. Het kan daarmee ook een belangrijke oorzaak zijn om uit te sluiten bij jongens, als er sprake is van “onduidelijk botbreuken” en een vermoeden van kindermishandeling.
Het interessante van de ontdekking is dat het Plastine-3 eiwit blijkbaar ook betrokken is bij de botopbouw. Meer onderzoek is nodig naar dat deel van de botstofwisseling waarbij Plastine-3 betrokken is. Zo kunnen we meer te weten te komen over de preventie van en therapie bij osteoporose.
Het onderzoek, onder leiding van Dr Gerard Pals, hoofd van het Centrum voor Bindweefselonderzoek van de afdeling Klinische Genetica van het VUmc Amsterdam, werd gecoördineerd door Dr Fleur van Dijk, van dezelfde afdeling, en werd uitgevoerd in nauwe samenwerking met Erasmus MC (Dr Carola Zillikens) en de Uniklinik in Keulen in Duitsland (Prof. Brunhilde Wirth).
Bron: VUmc