De effectiviteit van immuuntherapie bij kanker kan worden vergroot door het blokkeren van bepaalde genen in afweercellen; dat blijkt uit een nieuw onderzoek van het Nederlands Kanker Instituut. De onderzoekers wilden weten waarom T-cellen hun fitheid verliezen, omdat dit de controle over de tumoren belemmert en dus van invloed is op het succes van een behandeling.
T celtherapie en immuuntherapie met checkpointremmers zijn veelbelovende behandelingen voor verschillende vormen van kanker. De reactie op immuuntherapie verschilt echter per patiënt en is sterk afhankelijk van de prestaties van T-cellen, gespecialiseerde afweercellen die tumoren kunnen doden. Tumoren kunnen de fitheid van T-cellen negatief beïnvloeden, waardoor deze minder goed worden in het opruimen van de tumorcellen.
In dit onderzoek hebben de onderzoekers daarom gekeken welke genen de fitheid van T-cellen aantasten. Ze gebruikten daarvoor zogenaamde genoom-brede scans, waarbij ze al onze 25.000 genen stuk voor stuk uitzetten om zo hun bijdrage aan de uitbreiding en activiteit van T cellen te bepalen. De vier promovendi en postdocs op dit project ontdekten dat bepaalde genen, zoals Dap5, Icam1 en Ctbp1, een belangrijke rol spelen bij het beïnvloeden van de conditie van T-cellen. Ze zagen met name dat het uitschakelen van elk van deze genen ertoe leidde dat T-cellen op verschillende manieren fitter werden, waardoor ze beter in staat waren om tumorcellen op te ruimen.
Lees hier het volledige artikel.