Er is hoop voor patiënten met de ernstige aandoening pulmonale hypertensie (hoge bloeddruk in de longslagader). Voorheen was de enige behandelingsoptie een operatie, maar dat kan alleen als de afwijking in de grote takken van de longslagader zit. Patiënten die vooral afwijkingen in de kleine bloedvaten hebben, konden alleen medicijnen krijgen om de symptomen te bestrijden. Sinds kort worden deze inoperabele patiënten in VUmc behandeld door de longslagader te dotteren met een ballon.
Bij deze ingreep werken longartsen, cardiologen en radiologen nauw samen om te komen tot een optimaal resultaat. Longarts dr. Harm Jan Bogaard van VUmc: “De behandeling van de eerste groep van patiënten is inmiddels afgerond met soms spectaculair resultaat: volledig herstel van de klachten en normalisatie van de druk in de longslagader.”
Bij ongeveer 12.000 patiënten per jaar wordt in Nederland de diagnose acute longembolie gesteld. De sterfte, met name in de eerste drie maanden van deze ziekte, bedraagt ruim 15%. Wat veel minder bekend is, is dat een acute longembolie ook een dodelijk risico op de lange termijn kan bevatten. 2% van de mensen die een acute longembolie heeft ondergaan zal op termijn chronische tromboembolische pulmonale hypertensie ontwikkelen: een verhoogde bloeddruk in de longslagader ten gevolge van de restafwijkingen van de doorgemaakte longembolie. Onbehandeld heeft deze aandoening een prognose van minder dan 3 jaar. Omdat de klachten aspecifiek zijn, zoals moeheid en verminderd inspanningsvermogen, wordt de diagnose meestal pas laat gesteld.
De behandeling van deze aandoening is chirurgisch. Bij de operatie wordt de binnenbekleding van de longslagader verwijderd. Hoewel deze ingreep de ziekte kan genezen, is opereren alleen mogelijk als de afwijkingen in de grote takken van de longslagader zit. Bij patiënten bij wie de afwijkingen vooral in de kleine bloedvaten zitten is een operatie niet mogelijk en kan de ziekte dus niet genezen worden.
Lees hier het volledige artikel.