Nieuwe behandeling hartfalen in het lab

Het uitschakelen van een speciaal molecuul in hartspiercellen kan hartfalen enigszins herstellen. Dat blijkt uit onderzoek bij proefdieren en menselijke cellen van het UMC Utrecht. Het is vorige week online gepubliceerd in Nature. Het UMC Utrecht gaat verder met het onderzoek.

Hartfalen is een chronische aandoening waarbij het hart niet meer in staat is om bloed goed rond te pompen. De hartspier kan krachtiger samentrekken als de calcium-concentratie in spiercellen hoger is. Onderzoekers uit Amerika, Zuid-Korea en het UMC Utrecht gingen daarom op zoek naar een manier om de calcium-pomp in hartspiercellen harder te laten werken. Vanuit het UMC Utrecht werkten Alain van Mil, dr. Joost Sluijter en prof. dr. Pieter Doevendans van de afdeling Cardiologie mee aan het onderzoek.

Ze analyseerden daarvoor bijna 900 zogenaamde microRNA’s, korte RNA-stukjes die een sturende rol hebben in cellen. Ze vonden één microRNA, genaamd miR-25, die invloed had op de calciumpomp in hartspiercellen. Het remmen van deze microRNA verhoogde de calciumconcentratie in hartspiercellen in muizen. Het microRNA blijkt ook in hoge concentraties voor te komen in menselijke hartspiercellen van patiënten met hartfalen. Een aanwijzing dat het inderdaad bij mensen belangrijk is.

Lees hier het volledige artikel.