Onderzoek in het LUMC heeft aangetoond dat nieuwe beeldvormingstechnieken helpen bij het opsporen van oogmelanoom. Daardoor zijn uitgebreidere onderzoeken of een chirurgische ingreep in de toekomst mogelijk overbodig voor het diagnosticeren van een kwaadaardige tumor in of op het oog. Het gespecialiseerde team oogheelkunde behandelt de meeste gevallen van oogmelanoom in Nederland.
Een oogmelanoom is zeldzaam: het komt ongeveer 250 keer per jaar voor. Een aanzienlijk aantal patiënten overlijdt aan deze vorm van oogkanker. Het LUMC behandelt zo’n 95 procent van alle gevallen in Nederland. De meeste oogmelanomen komen voor bij mensen tussen de 50 en 70 jaar. Omdat de overlevingskans van patiënten deels samenhangt met de grootte van de tumor, is het belangrijk dat het melanoom zo snel mogelijk opgespoord wordt.
Niels Brouwer deed voor zijn promotie in het LUMC onderzoek naar twee soorten oogmelanoom: uveamelanoom en conjunctivamelanoom. Zijn onderzoek richtte zich op nieuwe beeldvormingstechnieken en de genetica en immunologie bij oogmelanoom. Zijn bevindingen leverden aanknopingspunten voor nieuwe behandelingen. Voor zijn proefschrift ontving hij op 23 juni de Donders-Binkhorstprijs van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG).
Lees hier het volledige artikel.