Nederlandse zorgverzekeraars maken het moeilijker om in een Belgisch ziekenhuis behandeld te worden, met name voor dure of minder gangbare ingrepen. Ze vrezen dat de Belgische specialisten minder op de richtlijnen letten en willen daarom meer controle over hen uitoefenen. Belgische artsen stellen daar vragen bij.
Jaarlijks trekken zo’n dertigduizend Nederlanders naar een Belgisch ziekenhuis, gebruikmakend van het vrije verkeer van patiënten in Europa. Volgens de Belgische artsen wijken de Nederlandse patiënten tegenwoordig minder vaak uit vanwege wachtlijsten, en steeds vaker voor een second opinion. Belgische specialisten hebben de reputatie dat ze zich minder strak aan de richtlijnen houden, waardoor in Nederland uitbehandelde patiënten soms toch nog een kans wordt gegeven.
‘In Nederland houden de artsen zich meer aan de protocollen’, zegt Inez Rodrigus, hoofd van de afdeling cardiochirurgie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). ‘In Nederland zal men een patiënt van 80 jaar niet meer opereren aan een hartklep, die is te oud. In België zullen we nooit alleen op de leeftijd afgaan. We kijken meer naar de individuele patiënt en halen daar alles voor uit de kast.’
Lees hier het volledige artikel.
Strenger controleren
De zorgverzekeraars, die sterk op kostenefficiëntie sturen, vrezen dat het minder spaarzame zorgbeleid in België hun inspanningen kan ondermijnen. De uitgaven voor grensoverschrijdende zorg zijn tussen 2008 en 2014 met bijna 40 procent gestegen. Een recent Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) spreekt van ‘mogelijke weglekeffecten naar het buitenland’. Zorgverzekeraars willen de route naar België daarom strenger controleren.