In vergelijking met andere Europese landen kampen relatief weinig Nederlandse 50-plussers met gezondheidsproblemen. 48% van de Europese 50-plussers kampt met motorische beperkingen tegenover 38% van hun Nederlandse leeftijdsgenoten. Onder Nederlandse 50-plussers is ook minder vaak sprake van depressieve klachten (19% vs. 27%).
De uitgaven aan zorg aan huis per inwoner in Nederland zijn lager dan in Denemarken, Zweden, Oostenrijk en België, maar vergelijkbaar met die in Duitsland, terwijl daar de vergrijzing het verst is gevorderd van de Europese landen.
Nederlandse 50-plussers beschikken het vaakst over een familienetwerk dat in principe in staat is om hulp te verlenen. Dat bestaat wel vaker dan elders uit partners, die in (de nabije) toekomst zelf ook beperkingen kunnen gaan ondervinden.
Het aantal Nederlandse zelfstandig wonende 50-plussers dat zorg ontvangt is één op de vijf. Dat is vergelijkbaar met het Europese gemiddelde. De zorg in Nederland is wel vaker betaalde zorg.
Nederlandse 50-plussers beschikken het vaakst over een familienetwerk dat in principe in staat is om hulp te verlenen. Dat bestaat wel vaker dan elders uit partners, die in (de nabije) toekomst zelf ook beperkingen kunnen gaan ondervinden.
Het aantal Nederlandse zelfstandig wonende 50-plussers dat zorg ontvangt is één op de vijf. Dat is vergelijkbaar met het Europese gemiddelde. De zorg in Nederland is wel vaker betaalde zorg.
De Nederlandse bevolking vergrijst. De stijging van het aantal ouderen heeft gevolgen voor het beroep op de zorg en ondersteuning en de daarmee gepaard gaande zorgkosten. Deze ontwikkelingen spelen niet alleen in Nederland, maar ook elders in Europa. Daarom is het relevant de situatie in Nederland te vergelijken met die in andere Europese landen.
Deze vergelijking hebben de SCP-onderzoekers Debbie Verbeek-Oudijk en Lisa Putman gemaakt in de publicatie Verzorgd in Europa: kerncijfers 2013, die op 24 mei verschijnt. Voor veertien Europese landen zijn de langdurige zorgsituaties van zelfstandig wonende 50-plussers in het jaar 2013 op een rij gezet. Dit is het meest recente jaar waarover cijfers beschikbaar zijn. Het onderzoek richt zich op de zorg en ondersteuning aan huis. Daaronder valt huishoudelijke hulp, maar ook verpleging en verzorging die thuis wordt ontvangen.
In Nederland is sprake van…
… gemiddeld lage uitgaven aan zorg aan huis …
In 2013 werd per Nederlander in totaal iets meer dan 160 euro per inwoner aan zorg aan huis uitgegeven. Daarmee liggen de Nederlandse uitgaven lager dan in Denemarken, Zweden, Oostenrijk en België. De Deense uitgaven zijn veruit het hoogst, terwijl in Estland en Tsjechië nauwelijks geld aan zorg en ondersteuning aan huis wordt besteed.
… gemiddeld lage uitgaven aan zorg aan huis …
In 2013 werd per Nederlander in totaal iets meer dan 160 euro per inwoner aan zorg aan huis uitgegeven. Daarmee liggen de Nederlandse uitgaven lager dan in Denemarken, Zweden, Oostenrijk en België. De Deense uitgaven zijn veruit het hoogst, terwijl in Estland en Tsjechië nauwelijks geld aan zorg en ondersteuning aan huis wordt besteed.
… weinig 50-plussers met gezondheidsbeperkingen …
Samen met Zwitserland en Denemarken behoort Nederland tot de landen waar 50-plussers het minst worden geconfronteerd met motorische beperkingen. Dit geldt voor 38% van de Nederlandse 50-plussers tegenover 48% van hun Europese leeftijdsgenoten. In vergelijking met hun Europese leeftijdsgenoten kampen zij minder vaak met ernstige motorische klachten (een op zes) en zijn het vaker lichte beperkingen (bij meer dan de helft van de gevallen). Dit geldt ook voor depressieve klachten: van de Nederlandse 50-plus bevolking kampt iets minder dan 20% met een depressie en als zij die hebben, zijn dat vaak lichte depressieve klachten. Gemiddeld in de Europese landen ligt het aandeel 50-plussers met depressieve klachten op 27%.
Samen met Zwitserland en Denemarken behoort Nederland tot de landen waar 50-plussers het minst worden geconfronteerd met motorische beperkingen. Dit geldt voor 38% van de Nederlandse 50-plussers tegenover 48% van hun Europese leeftijdsgenoten. In vergelijking met hun Europese leeftijdsgenoten kampen zij minder vaak met ernstige motorische klachten (een op zes) en zijn het vaker lichte beperkingen (bij meer dan de helft van de gevallen). Dit geldt ook voor depressieve klachten: van de Nederlandse 50-plus bevolking kampt iets minder dan 20% met een depressie en als zij die hebben, zijn dat vaak lichte depressieve klachten. Gemiddeld in de Europese landen ligt het aandeel 50-plussers met depressieve klachten op 27%.
Lees hier het volledige artikel.