Mensen die extreem angstig zijn voor de tandarts noemen vrijwel unaniem een nare ervaring in de tandartsstoel als bron van die angst. Gemiddeld is de herinnering aan die ervaring al ruim 20 jaar oud.
Dat blijkt uit onderzoek van tandarts-angstbegeleiding Caroline van Houtem die vrijdag 11 november promoveert aan de Universiteit van Amsterdam.
Een jeugdherinnering aan een kies die werd getrokken terwijl de verdoving niet werkte en de assistente de jonge patiënt terug in de stoel duwde. Of een tandarts die onverstoorbaar doorging met een wortelkanaalbehandeling, terwijl de patiënt te kennen gaf veel pijn te ervaren. Het zijn dit soort voorvallen die Van Houtems proefpersonen met angst voor de tandarts noemden als bron van hun angst. En die er in extreme gevallen voor zorgen dat mensen al zestig jaar niet naar de tandarts zijn geweest en hun pijn stillen met pillen of alcohol, met negatieve gevolgen voor gezondheid, sociale contacten en kwaliteit van leven.
Van Houtem ontdekte dat de karakteristieken van de beschreven nare herinneringen – onder meer de mate van akeligheid en levendigheid – sterk samenhangen met de algemene mate van angstigheid van de proefpersonen. Hoe angstiger de persoon in kwestie, hoe groter de kans dat hun herinnering nog zeer levendig en akelig was.
Kiezen trekken
Die samenhang zegt weliswaar niet of een intens nare gebeurtenis ervoor zorgde dat de patiënt angstiger werd, of dat de angstige patiënten de gebeurtenissen heftiger ervoeren. Maar in combinatie met inzichten uit een tweede studie, bieden de inzichten perspectief op effectievere behandelmogelijkheden voor tandartsangst.
Die samenhang zegt weliswaar niet of een intens nare gebeurtenis ervoor zorgde dat de patiënt angstiger werd, of dat de angstige patiënten de gebeurtenissen heftiger ervoeren. Maar in combinatie met inzichten uit een tweede studie, bieden de inzichten perspectief op effectievere behandelmogelijkheden voor tandartsangst.
Lees hier het volledige artikel.