We kiezen er allemaal wel eens voor om later te gaan slapen, maar bij mensen met het vertraagde slaapfasesyndroom is er geen sprake van een keuze.
Door een verstoring van hun biologische klok kunnen zij altijd maar diep in de nacht de slaap vatten, wat het bijzonder lastig maakt om iedere dag vroeg op te staan.
De aandoening kan leiden tot ernstige slaaptekorten en zo tot andere gezondheidsproblemen. Er bestaan verschillende behandelingsmogelijkheden.
Bij mensen met het vertraagde slaapfasesyndroom, ook delayed sleep phase syndrome (DSPS) genoemd, is de biologische klok ontregeld. Daardoor worden ze pas slaperig minstens twee uur na de gebruikelijke bedtijd, meestal tussen 1 en 6 uur ’s nachts, zelfs als ze zich al veel vroeger vermoeid voelen.
Volgens studies hebben ongeveer 1 op 600 volwassenen er last van en komt het veel vaker voor bij tieners. Ongeveer 1 op de 10 tieners zou kampen met een tijdelijke vorm van het syndroom, die overgaat bij het ouder worden.
Lees hier het volledige artikel.