Naasten wiens familieleden met een verstandelijke beperking thuis wonen hebben het zwaar. De eerste periode van de coronacrisis in 2020 heeft bij hen sporen nagelaten. Inmiddels zijn de meeste voorzieningen, zoals dagbesteding en ondersteuning, weer gestart, maar naasten zijn vermoeid.
Zij hebben de kwetsbaarheid van het systeem gezien en veel van hen zijn op zoek naar extra opvang voor hun familielid in de weekenden en voor de toekomst. Dit blijkt uit de tweede meting van Nivel-onderzoeksproject Zorgen en zwaaien 2, naar de gevolgen van corona voor naasten.
Vóór de coronapandemie gingen familieleden van veel naasten vier of vijf dagen naar de dagbesteding of het kinderdagcentrum. Toen dat stopte vanwege de coronamaatregelen kwamen ze non-stop bij de naaste thuis wonen en kwam de zorg en de vrijetijdsbesteding volledig bij de naaste terecht. 82% van hen zegt dat er meer zorg op hun schouders terechtkwam en dat ze daarvan niet kunnen bijkomen.
Kwaliteit van leven lager bij naasten met thuiswonend familielid
Dat naasten wiens familieleden thuis wonen zwaar zijn belast zien we ook aan wat zij zeggen over hun kwaliteit van leven. Iets meer dan 10% vindt de kwaliteit van leven niet goed, tegenover 3% in de hele groep naasten. Naasten met thuiswonende familieleden met een verstandelijke beperking rapporteren ook vaker somberheid, angst, stress en wanhoop.
Lees hier het volledige artikel.