Behandeling eerder gegund aan jongere dan aan oudere. Welke behandelingen maken deel uit van het basispakket – en welke niet? Door de stijgende kosten in de gezondheidszorg zijn keuzes onvermijdelijk. In haar proefschrift stelt gezondheidseconome Liesbet Lawerman- van de Wetering dat een behandeling niet alleen beoordeeld moet worden op de bijdrage aan de gezondheid van mensen, maar ook aan de mate van geluk. Zo’n bredere opvatting sluit ook beter aan bij de opvatting van Nederlanders over een eerlijke verdeling van middelen in de gezondheidszorg. Lawerman- van de Wetering verdedigt haar proefschrift op donderdag 12 mei 2016 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De stijgende kosten in de gezondheidszorg maken keuzes over behandelingen in het basispakket onvermijdelijk. Bij die keuzes gebruiken beleidsmakers economische evaluaties over de kosten van interventies en hun effecten op zowel de gezondheid als het welzijn van de bevolking. Beleidsmakers moeten echter ook rekening houden met de maatschappelijke opvattingen over een eerlijke verdeling van gezondheid en zorg.
Maar wat vinden Nederlanders nu eigenlijk een optimale verdeling van middelen in de gezondheidszorg? En zijn andere factoren dan alleen gezondheid, zoals geluk, wellicht beter in staat om alle maatschappelijk relevante baten van een behandeling weer te geven? Die twee vragen staan centraal in het proefschrift van Lawerman-van de Wetering, waarvoor ze een reeks surveys en experimenten uitvoerde.
Keuze tussen jongere en oudere
Als het gaat om een optimale verdeling van middelen blijkt de Nederlandse bevolking bereid onderscheid te maken tussen verschillende groepen patiënten. Voor de keus gesteld gunnen Nederlanders een behandeling in veel gevallen liever aan een jongere dan aan een oudere. Ook de ernst van de aandoening en de gezondheid na de behandeling beïnvloeden de keuzen van respondenten: hoe ernstiger de aandoening en hoe beter de verwachte gezondheidswinst, hoe meer een behandeling volgens Nederlanders in het basispakket thuis hoort. Maar wanneer patiënten na de behandeling nog steeds in een relatief slechte gezond verkeren, lijkt dit de kans te verkleinen dat hen door respondenten een behandeling wordt gegund.
Lees hier het volledige artikel.