Maar liefst 1,5 miljoen mensen in Nederland hebben artrose, een pijnlijke aandoening veroorzaakt door verslechtering van het kraakbeen. Een kunstgewricht is niet voor iedereen weggelegd en ook niet altijd de beste oplossing. Prof. dr. Lodewijk Van Rhijn van het Academisch Ziekenhuis Maastricht is positief gestemd over medicijnen tegen artrose: ‘Er zijn mooie behandelingen op komst’.
Voor mensen met artrose zijn er op het gebied van medicijnen tot nu toe niet veel mogelijkheden. Artsen kunnen zorgen voor pijnbestrijding en patiënten ertoe bewegen om risicofactoren als overgewicht te verkleinen of om een beweegprogramma te gaan volgen.
“Artsen geven ook injecties, bijvoorbeeld tegen de pijn of tegen ontstekingen”, legt professor Van Rhijn uit. “Probleem is dat deze vaak een slechte invloed hebben op de kwaliteit van het kraakbeen. Nu zijn er medicijnen in de maak die het kraakbeen versterken.”
Binnen 3 jaar
Van Rhijn heeft het hier over de nieuwe ontstekingsremmende pijnstillers, de zogenaamde COX-remmers. “Door hun positieve effect op het kraakbeen kun je voorkomen dat beschadigingen erger worden. Dat is heel belangrijk. Ik verwacht dat deze middelen binnen 2 of 3 jaar vast onderdeel zijn van de behandelingen bij artrose.”
Biogels
Volgens Van Rijn zijn onderzoekers in Maastricht ook bezig met studies naar het gebruik van medische vloeistoffen, biogels geheten. Door die in het gewricht in te spuiten, moeten de oorspronkelijke eigenschappen van het kraakbeen, zoals gladheid en veerkracht, weer verbeteren. Ook wordt er onderzoek gedaan naar kraakbeenherstel. “Door bepaalde cellen onder het botvlies te spuiten, hopen we het kraakbeen te laten aangroeien”, legt Van Rhijn uit.
Behandeling op maat
Dankzij deze ontwikkelingen wordt het steeds beter mogelijk om mensen met artrose een behandeling op maat te geven. “Mensen zijn bijvoorbeeld langer actief en willen daardoor misschien op jongere leeftijd in aanmerking komen voor een prothese”, legt Van Rhijn uit.
Of en wanneer iemand met artrose een nieuw gewricht krijgt is een beslissing van orthopeed en patiënt samen. Het is daarom belangrijk dat de patiënt goed op de hoogte is. “Niet alleen van de voor- en nadelen van een kunstgewricht”, vindt Van Rhijn, “maar juist ook van de mogelijkheden voor andere behandelingen.”
Bron: Reumafonds