Wat is een hersenschudding?
Een hersenschudding wordt altijd veroorzaakt door een klap of stoot van buitenaf en is daarmee iets totaal anders dan hersenletsel als gevolg van een ziekte of beroerte. Bij een hersenschudding – de medische term is ‘licht traumatisch hersenletsel’ – worden de hersenen even letterlijk door elkaar geschud. Men verliest ook kortdurend het bewustzijn.
Vaak kan de patiënt zich van de klap zelf en de periode vlak ervoor en/of vlak erna niets meer herinneren.
Hoe ernstiger het hersenletsel is, hoe langer het bewustzijnsverlies en het geheugenverlies duren. Als er géén bewustzijnsveranderingen zijn, dan is er louter sprake van hoofdletsel met meestal minder erge klachten.
Klachten
Verreweg de meeste hersenschuddingen herstellen zonder restverschijnselen. In de eerste dagen of weken hebben veel patiënten wel last van zogenoemde ‘posttraumatische klachten’, zoals hoofdpijn, duizeligheid, wazig zien, geheugen- en concentratieproblemen, moeite met aandachts- en inspanningstaken, sneller moe of slaperig, sneller geïrriteerd, overgevoeligheid voor licht en geluid, oorsuizen of gehoorverlies. Die verschijnselen zijn normaal.
In zo’n eerste periode is het verstandig om het rustig aan te doen, óók met beeldschermactiviteiten. Alcohol en aspirine worden sterk afgeraden, maar paracetamol mag juist wél: door de pijn te onderdrukken is het makkelijker om overdag zo normaal mogelijk te functioneren en ’s nachts.
De ernst van de klachten neemt vaak spontaan af, slechts een kleine groep patiënten blijft er langer dan zes maanden last van houden. In dat geval is een (hernieuwd) bezoek aan de huisarts of neuroloog aan te raden. Hij of zij bekijkt of nader onderzoek zinvol is.
Lees hier het volledige artikel.