Mindfulnesstraining met meditatie en bewegingsoefeningen verbetert de psychische gezondheid van patiënten met langdurig onverklaarde fysieke klachten, zoals chronische rugpijn, buikpijn, hoofdpijn of hartkloppingen. Dit blijkt uit onderzoek waarop psychiater in opleiding Hiske van Ravesteijn op 2 oktober promoveert bij het UMC St Radboud. De patiënten leren met aandacht stil te staan bij hun lichamelijke klachten en bewustere keuzes te maken in de manier waarop ze met zichzelf omgaan. Hierdoor voelen ze zich energieker en hun sociale contacten met familie en vrienden verbeteren. Het effect is al tijdens de training merkbaar en neemt na verloop van tijd nog verder toe. Ook neemt het ziekenhuisbezoek af. De behandeling is na een jaar kosteneffectief. Mindfulness blijkt een geschikte behandeling voor een grote groep patiënten waar de huisarts maar weinig raad mee weet.
Aan het onderzoek van Hiske Van Ravesteijn, verbonden aan het Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, deden 117 patiënten uit 19 huisartsenpraktijken in de regio Nijmegen mee. De patiënten hadden langdurig bestaande onverklaarde lichamelijke klachten met daarbij vaak ook een chronische lichamelijke ziekte zoals diabetes of COPD. De huisartsen nodigden de patiënten die het meest frequent op het spreekuur kwamen uit om mee te doen met de zogenoemde Mindful Body Trial. De ene helft van de patiënten kreeg de zorg die ze gewend waren, bijvoorbeeld door de huisarts, een fysiotherapeut en een specialist te bezoeken. De andere helft kreeg daarnaast ook mindfulnesstraining. Deze training bestond uit acht wekelijkse sessies van 2,5 uur met meditatie- en bewegingsoefeningen en een langer durende bijeenkomst. Thuis moesten de patiënten iedere dag ongeveer drie kwartier zelf oefenen. Na afloop van de training en negen maanden later is de algemene gezondheid en het fysiek en mentaal functioneren bij de patiënten beoordeeld. Daarnaast zijn twaalf patiënten tijdens en na de behandeling uitgebreid geïnterviewd over hun ervaringen met de training. Tot slot is een kosteneffectiviteitstudie uitgevoerd.
Met compassie
Het uitgangspunt van de mindfulnesstraining is dat lijden en pijn onderdeel zijn van het leven. De aanpak besteedt veel aandacht aan het lichaam en leert de patiënt om met compassie (vriendelijke aandacht) naar het lichaam en zichzelf te kijken en erover te praten. De patiënt leert om bij het lijden of de pijn stil te staan en zich bewust te worden van de gedachten en gevoelens die daarbij opkomen en de wijze waarop hij reageert. Doordat de patiënt met afstand naar zichzelf kijkt, kan hij patronen ontdekken die hem in de weg staan. Door die patronen te veranderen, gaat de patiënt soms anders met zijn klachten om en kunnen de klachten op den duur verminderen. In eerder onderzoek is het effect bewezen bij patiënten met depressies en angststoornissen, fybromyalgie, chronische pijn en het chronisch vermoeidheidssyndroom.
Energiek
Bij patiënten met langdurig onverklaarde fysieke klachten zorgde de training voor een duidelijke verbetering van de psychische gezondheid. De patiënten voelden zich vitaler en ook hun sociale contacten verbeterden in vergelijking met de patiënten die de gebruikelijke zorg kregen. Van Ravesteijn vindt dit een ‘heel mooi effect’. “Mensen gingen ondanks hun klachten weer op bezoek bij familie en vrienden en voelden zich energieker. Ze hadden meer aandacht voor zichzelf en voor de buitenwereld. Ook waren patiënten minder bang dat ze een ernstige ziekte hadden. Deze verbeteringen zetten door na afloop van de behandeling.” Dat wijst er volgens Van Ravesteijn op dat de effecten van de training doorwerken of zelfs versterkt worden in de loop van de tijd. “Mensen hadden moeite met het waarnemen en beschrijven van wat er in hen omgaat. Dat leken ze te leren, al ging dat wel heel langzaam.” De fysieke gezondheid van de patiënten verbeterde nauwelijks door de mindfulnesstraining. Dat komt volgens Van Ravesteijn mede door de chronische ziekten die de patiënten ook hadden.
Leerproces
Van Ravesteijn heeft het effect van de mindfulnesstraining bij twaalf patiënten veel uitvoeriger onderzocht door hen ook regelmatig te observeren en te interviewen. Daardoor ontdekte ze wat de training nu precies bij deze mensen in gang zet. “In de trainingen maken de patiënten een heel proces door. Ze leren eerst stilstaan bij wat ze nu precies in hun lijf voelen. Ze worden bewuster van lijf en geest. Vervolgens wordt ze gevraagd om dat onder woorden te brengen. Vaak ontdekken ze dan een patroon, bijvoorbeeld dat ze nooit grenzen stellen. Sommigen zijn daarna in staat dat patroon te veranderen. Mannen doen dat drastischer, vrouwen subtieler. Mannen kiezen een andere hobby of een andere baan, vrouwen zeggen vaker nee en nemen vaker even pauze als ze aan het werk zijn. Patiënten leren met vriendelijke aandacht, compassie, over zichzelf en hun lichaam te praten. De klachten zijn er soms nog wel, maar staan minder centraal.”
Luidende kerkklokken
Van Ravesteijn geeft een kenmerkend voorbeeld van wat mindfulnesstraining teweeg kan brengen bij een patiënt. “Een hardwerkende Afrikaanse vrouw die met veel stress leefde had last van hartkloppingen, hoge bloeddruk en hoofdpijn. Bij een oefening waarbij de deelnemers op geluiden moesten letten, gingen kerkklokken in de buurt luiden. Dat maakte bij haar emoties los. De kerkklokken deden haar beseffen dat ze niet bij haar familie in Afrika was. Ze merkte dat ze zich eenzaam voelde, maar daarvoor steeds wegliep, bijvoorbeeld door heel hard te werken. Toen ze dit ontdekte werd ze eerst heel verdrietig, maar in de weken daarna werd ze steeds relaxter. Ze ontdekte hoe ze in elkaar zat en was in staat om beter voor zichzelf te zorgen. Kwam ze eerst strak in pak, later had ze haar haren los, draaide ze muziek in de auto en hing ze een bordje ‘niet storen’ op de deur van haar werkkamer.”
Kosteneffectief
Van Ravesteijn berekende de kosteneffectiviteit van de mindfulnesstraining over de periode van een jaar en vergeleek dat met de gangbare zorg. De patiënten die de mindfulnesstraining volgden, gingen minder vaak naar het ziekenhuis, maar deden wel vaker een beroep op de geestelijke gezondheidszorg. Die verschuiving wijst volgens Van Ravesteijn op een effectievere behandeling van de langdurige klachten. Als een extra levensjaar met kwaliteit van leven (Quality adjusted life year) volgens de gangbare criteria 80.000 euro mag kosten, is de kans 57 procent dat mindfulnesstraining binnen een jaar kosten effectief is.
Laagdrempelig
Daarmee vindt Van Ravesteijn de mindfulnesstraining een geschikte nieuwe behandeling voor een groep patiënten waar maar weinig mogelijkheden voor bestaan. Zij denkt dat mindfulnesstraining laagdrempeliger is dan cognitieve gedragstherapie, een andere bewezen effectieve behandeling voor deze groep. “Patiënten wijzen een verwijzing naar de psycholoog vaak af omdat ze denken dat ze niets hebben aan een psychologische behandeling. Mindfulness richt door de bewegingsoefeningen de aandacht op het lichaam, en dat is precies waar mensen last van hebben.” Ook denkt zij dat patiënten ‘training’ wat vrijblijvender ervaren als ‘therapie’.
Keuzemogelijkheden voor de patiënt
Voor wie nu precies de behandeling het meest geschikt is, is moeilijk vooraf te zeggen. “Voor mensen die midden in heftige sociale, financiële of relationele problemen zitten, is het lastig”, zag Van Ravesteijn in haar onderzoek. “Succes hangt af van de mate waarin een patiënt werkelijk open staat voor verandering van zijn of haar leven. De patiënt heeft een behoorlijke motivatie nodig want hij moet het allemaal zelf doen. Bij cognitieve gedragstherapie wordt hij meer aan het handje genomen. Bovendien moet iemand in een groep meditatie- en bewegingsoefeningen willen doen.” Huisartsen moeten volgens Van Ravesteijn zo open mogelijk met de patiënt bespreken welke behandelingsmogelijkheden er zijn: cognitieve gedragstherapie, fysiotherapie of mindfulnesstraining. De patiënt kan dan aangeven wat hem of haar het meest aanspreekt.”
Bron: UMC St Radboud