Kinderen die opgroeien met een hond of kat, blijken minder vatbaar voor een voedselallergie. Een hamster in huis gaat juist gepaard met een grotere kans op een notenallergie. Dat blijkt uit een studie onder meer dan 65.000 Japanse baby’s.
Toename voedselallergie
Het aantal kinderen met een voedselallergie is de afgelopen decennia sterk gestegen. In sommige westerse landen lijdt inmiddels meer dan 10 procent van de kinderen aan een medisch vastgestelde voedselallergie. Waarom kinderen steeds vaker een voedselallergie ontwikkelen is nog onduidelijk, maar vermoedelijk speelt toegenomen hygiëne een belangrijke rol.
Om na te gaan of huisdieren de kans op het ontwikkelen van bepaalde voedselallergieën verkleinen, analyseerden de onderzoekers gegevens van de Japan Environment and Children’s Study, een landelijke prospectieve geboortecohortstudie waaraan 67.413 moeders en kun baby’s deelnamen. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat kinderen die gedurende hun foetale ontwikkeling of vroege kindertijd aan een hond of kat waren blootgesteld, ongeveer 15 procent minder kans hadden op het ontwikkelen van voedselallergieën dan kinderen die zonder huisdier opgroeiden.
Lees hier het volledige artikel.