Maar liefst 45 procent minder mensen die stierven, dat is een van de uitkomsten van een onderzoek naar integrale zorg bij patiënten met boezemfibrilleren. Arts-onderzoeker en huisarts in opleiding Carline van den Dries van het UMC Utrecht vertelt over de opzet, uitvoering en resultaten.
Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis in Nederland. “Het is een aandoening waarbij veel comorbiditeit voorkomt. Dat wil zeggen dat patiënten vaak ook last hebben van andere problemen zoals hoge bloeddruk, suikerziekte of COPD”, vertelt Carline. Boezemfibrilleren zelf is niet dodelijk volgens de arts-onderzoeker. “Het kan echter wel leiden tot een herseninfarct of hartfalen, wat wel dodelijk kan zijn.”
Carline en haar collega’s deden onderzoek naar integrale zorg voor mensen met boezemfibrilleren. Deze patiënten hebben namelijk al snel meerdere zorgverleners waaronder de cardioloog, trombosedienst en huisarts. “Dit kan ervoor zorgen dat er versnippering in de zorg ontstaat. Daarom dachten we dat integrale zorg goed zou kunnen zijn.”
Lees hier het volledige artikel.