Het aantal meldingen van mensenhandel is het afgelopen jaar afgenomen, maar er is toch reden tot zorg, zegt het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel CoMensha in zijn jaarrapport.
Dat er minder meldingen zijn, komt onder meer omdat opsporingsdiensten als de politie, de marechaussee en Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in coronatijd minder controles hebben gehouden. De politie erkent dat.
“Dat was ook lastig”, zei directeur-bestuurder Ina Hut in het NOS Radio 1 Journaal. Verder gingen seksclubs en de raamprostitutie dicht en kon er een tijd niet gevlogen worden, waardoor vrouwen uit niet-Europese landen, zoals Nigeria, niet naar Nederland gehaald konden worden.
Andere vormen
CoMensha richt zich behalve op seksuele uitbuiting ook op arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting, gedwongen bedelarij en gedwongen orgaanverwijdering. Volgens Hut komen al deze vormen in Nederland voor. Toch is daar weinig zicht op, zei Hut. Dat geldt met name voor orgaanverwijdering.
Lees hier het volledige artikel.