Mensen woonden in augustus 2020 gemiddeld 8,7 kilometer van de dichtstbijzijnde GGD-locatie om zich te laten testen op het coronavirus. Door het openen van meer teststraten is die afstand teruggebracht tot 6,2 kilometer in januari 2021. Het aandeel personen dat zich op corona laat testen bij de GGD daalt naarmate ze verder van een GGD-testlocatie wonen.
Als de afstand tot de testlocatie toeneemt, neemt het percentage testen sterker af voor mensen uit huishoudens zonder motorvoertuig dan voor mensen uit huishoudens met een motorvoertuig. Dit meldt het CBS op basis van een nieuwe statistische analyse van de GGD-testdata.
In de periode augustus 2020 tot en met januari 2021 zijn maandelijks tussen de 0,5 miljoen en 1,6 miljoen mensen één of meer keren getest op het coronavirus op een testlocatie van de GGD. Dat komt per maand neer op 3 tot 9 procent van de Nederlandse bevolking en gemiddeld over de hele periode op 6 procent van de Nederlandse bevolking. Het percentage mensen dat zich bij de GGD op het coronavirus heeft laten testen, daalt licht naarmate zij verder weg wonen van een GGD-testlocatie. Hierbij moet worden opgemerkt dat niet bekend is of mensen zich bij de dichtstbijzijnde GGD-locatie hebben laten testen. Mensen kunnen er immers voor kiezen om zich te laten testen bij een locatie die iets verder weg is, omdat ze daar eerder terecht kunnen of omdat die locatie makkelijker te bereiken is.
Ook is het mogelijk dat mensen zich laten testen bij een andere instantie dan de GGD. Deze andere testlocaties en de daar afgenomen tests zijn niet meegeteld in dit onderzoek.
Lees hier het volledige artikel.