In 2015 meldde de politie bijna 66 duizend incidenten waarbij verwarde personen waren betrokken. Sinds 2011 is een stijging van 65 procent gerapporteerd, maar de werkelijke cijfers liggen nog veel hoger, volgens betrokkenen bij de politie. Dat staat in een artikel in het maartnummer van De Psycholoog, het vaktijdschrift van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).
De politie heeft steeds meer te maken met verwarde mensen, zo blijkt uit het artikel dat het werk belicht van de politie op het gebied van openbare geestelijke gezondheidszorg (oggz). De politie heeft een aantal zorgcoördinatoren aangesteld, die samenwerken met betrokken zorginstanties. Eén van hen, zorgcoördinator Harry van Putten (district Hoorn), zegt: ‘De schatting is dat de politie maximaal 20 procent van haar tijd besteedt aan de omgang met verwarde personen. Ik heb het vermoeden dat dat meer is.’
Volgens Van Putten zijn er meerdere factoren die meespelen: ‘Je ziet dat bijvoorbeeld manisch-depressieve personen die in een depressie of juist in en manie zitten, veel meer ambulant worden behandeld dan voorheen en dus steeds meer op straat te vinden zijn. Vroeger was een opname sneller gerealiseerd dan nu en de visie daarachter begrijp ik wel. Mensen met een geestesstoornis “genezen” sneller in hun eigen omgeving. Maar dat betekent veelal wel iets voor de leefomgeving en voor het aantal meldingen.’
Lees hier het volledige artikel.