Medicijnen tegen veroudering geven gezondheidsrisico’s op lange termijn

Goed en langdurig onderzoek is nodig voordat gebruik veilig blijkt.
Er zijn veel medicijnen in ontwikkeling tegen veroudering, die ingrijpen op een enkel onderdeel van het lichaam. Volgens geriater Marcel Olde Rikkert van het Radboudumc kunnen die op korte termijn een effect laten zien, maar liggen verstoring van de balans en bijwerkingen op de lange termijn op de loer.

Hij geeft samen met collega’s uit de VS en Canada in Nature Aging aanbevelingen om onderzoek naar antiverouderingsmiddelen te verbeteren.

Medicijnen die afstervende lichaamscellen weer opkrikken, de ingedutte afweer boosten of schade aan het DNA herstellen: het klinkt als een goede strategie om ouderen jong te houden. Maar dat ligt genuanceerder, aldus geriater Marcel Olde Rikkert: ‘Zulke middelen richten zich maar op een heel klein detail in het lichaam en kijken te weinig naar de mens als geheel. Op de lange termijn kunnen ze het lichaam uit balans brengen en meer schadelijke gevolgen geven dan eventuele voordelen op de korte termijn.’

Dit soort negatieve effecten zijn al voor veel middelen aangetoond. Zo werkt doxorubicine tegen kanker, maar het geeft na langere tijd hartschade. Ernstig zieke patiënten die sondevoeding krijgen om niet nog meer gewicht te verliezen, sterven juist eerder. En van een teveel aan antioxidanten, zoals vitamine E en betacaroteen, is aangetoond dat ze tot sterfte kunnen leiden.

Lees hier het volledige artikel.